Aanvullend geboorteverlof en de WW-premie
Moet een werkgever de hoge of de lage WW-premie toepassen op het loon van de werknemer die geboorteverlof opneemt? En hoe zit dat met de uitkering van UWV voor het aanvullend geboorteverlof? De Belastingdienst publiceerde onlangs een handreiking met uitleg.
Sinds 1 januari 2019 heeft een partner van een vrouw die net bevallen is recht op 1 maal zijn wekelijkse arbeidsduur geboorteverlof. De werkgever betaalt het loon tijdens dit verlof volledig door en verwerkt dit in de aangifte als regulier loon. Hiervoor geldt daarom dezelfde WW-premie als voor het reguliere loon.
Lage WW-premie voor WAZO-uitkering
Naast het geboorteverlof heeft de werknemer sinds 1 juli 2020 recht op aanvullend geboorteverlof voor maximaal 5 keer zijn wekelijkse arbeidsduur. Hij krijgt tijdens dit verlof een uitkering van UWV van 70% van het dagloon tot maximaal 70% van het maximumdagloon. Deze uitkering valt onder de Wet arbeid en zorg (WAZO). Hiervoor geldt altijd de lage WW-premie. Dit is ook het geval als de werkgever de uitkering van UWV ontvangt en aan de werknemer doorbetaalt (een werkgeversbetaling). Betaalt de werkgever de uitkering voor aanvullend geboorteverlof aan de werknemer voordat hij de werkgeversbetaling van UWV heeft ontvangen? Ook dan geldt de lage WW-premie.
Aanvulling op WAZO-uitkering
Sommige werkgevers vullen de uitkering voor aanvullend geboorteverlof aan tot 100%. Dit staat dan in de cao. Als een werkgever zo’n aanvulling betaalt, moet dat in de aangifte worden verwerkt als regulier loon. Voor de aanvulling geldt daarom dezelfde WW-premie als voor het reguliere loon. Naast deze handreiking over de premies werknemersverzekeringen, publiceerde de Belastingdienst onlangs ook een uitleg over de verwerking van aanvullend geboorteverlof in de loonaangifte.