U bent hier

Onderneming & Salaris
Vragen over: voor- en nadelen van de stop-lossverzekering

Vragen over: voor- en nadelen van de stop-lossverzekering

Elke organisatie krijgt wel eens te maken met ziekteverzuim. Zeker in coronatijd is er een kans dat werknemers ziek worden en ook nog eens langdurig naweeën houden waardoor ze niet volledig kunnen werken. Ziekteverzuim kost organisaties veel geld. Gelukkig zijn hiervoor verschillende verzekeringen in het leven geroepen. Eén daarvan is de stop-lossverzekering.

Bij een stop-lossverzekering gaat het er om dat organisaties onder normale omstandigheden geen beroep hoeven te doen op de verzekering. De verzekering is er namelijk voor het moment dat het ziekteverzuim onverwacht oploopt. Dan kan de organisatie erop  terugvallen. Bij een stop-lossverzekering  geldt wel een eigen risico. Toch wordt dat niet uitgedrukt in verzuimduur, maar in geld. Pas als de totale kosten van loondoorbetaling hoger uitvallen dan het eigenrisicobedrag, keert de verzekeraar uit. Hierbij kijkt de verzekeraar dus niet naar de kosten per zieke werknemer, maar naar de volledige loondoorbetalingskosten die uw onderneming moet maken.

Er zijn wel grensbedragen aan de stop-lossverzekering verbonden

De organisatie bepaalt zelf tot welk bedrag per jaar zij de kosten van de loondoorbetaling zelf draagt. Deze bovengrens wordt ‘eigen behoud’ genoemd. Hoe lager het grensbedrag, hoe hoger de premie. Als de grens te laag is, is de premie hoog. Daarnaast hanteert de  verzekeraar een bovengrens voor de maximale vergoeding. Meestal keert hij maximaal het bedrag uit dat gelijk is aan het eigen behoud. Stijgen de verzuimkosten daarbovenuit, dan betaalt de organisatie het meerdere weer  zelf. Er geldt dus zowel een ondergrens als een bovengrens voor de vergoeding van de verzekeraar. Bij het vaststellen van de premie houdt de verzekeraar onder meer rekening met de totale loonsom, de leeftijdsopbouw van het personeel, de aard van de werkzaamheden en de verzuimcijfers van de organisatie en in uw branche. De premie wordt in principe jaarlijks aangepast. De verzekeraar let hierbij vooral op de ontwikkeling van het ziekteverzuim binnen uw onderneming en binnen uw branche. Houd er dus rekening mee dat als het verzuim in een bepaald jaar stijgt, de premie in de jaren daarna waarschijnlijk ook omhoog zal gaan.

Voor- en nadelen  van de stop-lossverzekering

Het grote voordeel van een stop-lossverzekering ten opzichte van een conventionele verzuimverzekering is de lagere premie. De verzekeraar keert immers alleen uit bij hoog verzuim, bijvoorbeeld door een calamiteit. Daardoor kan de verzekeraar de premies laag houden. In de praktijk blijkt dat vooral grote werkgevers voor de stop-lossverzekering kiezen. Zij kunnen immers met behoorlijke zekerheid uitspraken doen over het verwachte ziekteverzuim en op basis hiervan het eigen behoud bepalen. Bovendien is het bij de meeste verzekeraars alleen mogelijk om een stop-lossverzekering af te sluiten als de werkgever een minimumaantal werknemers (vaak twintig) heeft. Een ander nadeel van de stop-lossverzekering is dat de verzekeraar een maximale uitkering hanteert, die meestal gelijk is aan het bedrag van het eigen behoud. Vooral bij kleine werkgevers, die het eigen behoud meestal niet hoog zullen vaststellen, kan dit betekenen dat de verzekeraar zelfs bij één  geval van langdurige ziekte al vrij snel niet meer uitkeert.

Rekenvoorbeeld van de stop-lossverzekerking

Stel een werkgever met tien werknemers sluit een stop-lossverzekering af met een eigen behoud van € 12.000. Eén van de werknemers, met een brutomaandloon van € 4.000, wordt langdurig ziek. Na drie maanden  is de grens van het eigen behoud overschreden en keert de verzekeraar een bedrag uit. Na zes maanden ziekte, is het maximale uitkeringsbedrag al bereikt, aangezien dit gelijk is aan het eigen behoud van € 12.000. De werkgever moet nu alle overige kosten van de loondoorbetaling  – ook van nieuwe ziektegevallen – in dat jaar zelf dragen.