Beroep instellen via e-mail mist doel
Belastingplichtigen kunnen bij de rechter in beroep gaan tegen een besluit van de Belastingdienst. In zo’n geval doen zij er wel goed aan om duidelijk te vermelden dat het om een 'beroepschrift' gaat. Anders kan het zomaar zijn dat zij de mogelijkheid voor een beoordeling door de rechter verspelen, blijkt uit een recente uitspraak.
In de zaak ging het om een echtpaar dat navorderingsaanslagen voor de inkomstenbelasting kreeg opgelegd vanwege een aangehouden bankrekening in Luxemburg. Over die aanslagen hadden zij al tot aan de Hoge Raad geprocedeerd. Naar aanleiding van dat arrest haalde de inspecteur een streep door de aanslagen, de bijbehorende boetes en de heffingsrente. Maar hij stelde ook dat het echtpaar geen recht had op een immateriële schadevergoeding.
Inspecteur hoefde beroepschrift niet door te sturen
De raadsman van het echtpaar liet de inspecteur weten dat hij het eens was met het besluit, behalve met het niet toekennen van een immateriële schadevergoeding. De advocaat vroeg de inspecteur via de mail ‘een voorstel te doen’ voor de schadevergoeding. De raadsman ging later ook in beroep bij de rechtbank. Maar die verklaarde de beroepschriften (tool) niet-ontvankelijk, omdat die te laat waren ingediend.
Het gerechtshof boog zich hierna over de vraag of de inspecteur de mail niet had moeten zien als een beroepschrift en dat hij het door had moeten sturen naar de rechtbank. Dan was het beroep ruim op tijd geweest. Maar het gerechtshof vond dat de inspecteur dit niet hoefde te doen. Als een bezwaar- of beroepschrift wordt ingediend bij een ‘onbevoegd bestuursorgaan of onbevoegde instantie’ moeten zij dat volgens de wet weliswaar doorsturen naar de instantie die er wél over gaat. Maar uit de e-mail viel volgens het hof niet op te maken dat het echtpaar in beroep wilde gaan. De inspecteur was dus niet verplicht om het bericht door te sturen. Daarom telde het moment dat de rechtbank het officiële beroepschrift had ontvangen, en dat was buiten de termijn. De schadevergoeding kwam er dus niet.
Termijn indienen beroepschrift is 6 weken
Deze zaak maakt nog eens duidelijk dat het van belang is om de regels voor bezwaar en beroep goed in de gaten te houden. Zo moet de rechtbank een beroepschrift uiterlijk 6 weken na de dagtekening van de beslissing op het bezwaarschrift (tool) hebben ontvangen. Een beroepschrift indienen kan via de (aangetekende) post, maar het kan ook digitaal via de website Rechtspraak.nl. Daarbij kunnen belastingplichtigen inloggen met DigiD.
Gerechtshof Amsterdam, 2 juli 2020, ECLI (verkort): 1920