OR heeft instemmingsrecht bij pensioen, PVT en PV niet
In de hoofdlijnennotie Uitwerking pensioenakkoord staat dat de ondernemingsraad (OR), personeelsvertegenwoordiging (PVT) en de personeelsvergadering (PV) instemmingsrecht hebben op de wijziging van de pensioenovereenkomst. Deze verschillende medezeggenschapsorganen hebben echter verschillende rechten en bevoegdheden op dit punt.
In het kader van het pensioenakkoord heeft het kabinet de hoofdlijnennotie Uitwerking pensioenakkoord (pdf) opgesteld. In deze notitie is ook de transitiefase uitgewerkt. Dit biedt de betrokken partijen handvatten om de overstap naar een nieuwe pensioenregeling te maken. Hierin staat dat zowel de OR als de PVT en PV instemmingsrecht hebben op de wijziging van de pensioenovereenkomst, tenzij de vakbonden betrokken zijn bij het opstellen van de pensioenregeling. Het instemmingsrecht geldt echter alleen voor de OR. De PVT en PV hebben recht op schriftelijke informatie. Daarnaast heeft de PVT ook recht op overleg met de bestuurder.
OR heeft instemmingsrecht bij wijzigingen pensioen
De OR heeft volgens artikel 27, lid 1a van de Wet op de ondernemingsraden (WOR) instemmingsrecht op regelingen op grond van een pensioenovereenkomst. Als de bestuurder het voornemen heeft om zo’n regeling vast te stellen, te wijzigen of in te trekken, moet hij dit eerst aan de OR voorleggen. Is de uitvoeringsovereenkomst van invloed op de pensioenregeling, dan valt ook deze onder het instemmingsrecht. De OR heeft bovendien instemmingsrecht op de keuze van de bestuurder om het werknemerspensioen onder te brengen bij een andere pensioenuitvoerder. Als de achterban van de betrokken vakbonden instemt met de uitwerking van het pensioenakkoord, moet de werkgever in het vervolg bij het instemmingsverzoek aan de OR ook een transitieplan meesturen. In dit plan staat namelijk een verantwoording van de wijzigingen. Het pensioenakkoord verplicht werkgevers om een transitieplan op te stellen.
Rechten PVT en PV bij wijzigingen pensioen
Voor de PVT en de PV ligt het echter anders. Eind 2018 ging de Eerste Kamer akkoord met de Verzamelwet pensioenen 2019. Hierdoor wijzigde de WOR. De wijzigingen in de WOR verplichten de bestuurder om de PVT en de PV informatie over de pensioenregeling op schrift te geven, als hij hierover beschikt. Voorheen mocht hij deze informatie ook mondeling geven, ook al had hij het op schrift. Vragen werknemers om deze informatie, dan is de bestuurder ook verplicht deze te verstrekken. Hij moet de werknemers bovendien zo spoedig mogelijk informeren als hij van plan is om een pensioenuitvoeringsovereenkomst of uitvoeringsreglement in te stellen, te wijzigen of in te trekken. Ook kreeg de PVT recht op overleg met de bestuurder over de pensioenregeling. Als een PVT de bestuurder om overleg over pensioen verzoekt, moet de bestuurder aan dit verzoek voldoen. De Sociaal-Economische Raad (SER) bracht in 2019 een handreiking uit over de zorgplicht bij pensioen voor kleine organisaties.