NOW 2.0 zet OR aan het werk
Met de wijzigingen en verlenging van de NOW in de vorm van NOW 2.0, is ook de ondernemingsraad (OR) aan zet. Met name de verplichting voor de werkgever om bij- of omscholing te stimuleren onder de werknemers, kan leiden tot een instemmingsverzoek van de bestuurder aan de OR.
Sinds 1 maart 2020 kunnen werkgevers onder voorwaarden gebruikmaken van de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW) voor een tegemoetkoming in de loonkosten. Inmiddels is de NOW verlengd en gewijzigd (NOW 2.0). Zo geldt er een andere ontslagboete én een inspanningsplicht voor werkgevers om werknemers te stimuleren om bij- of omscholing te volgen. Welke rol speelt de OR bij de aanvraag voor de NOW?
Bestuurder verplicht om OR te informeren
Werkgevers zijn verplicht om de OR of personeelsvertegenwoordiging (PVT) te informeren over de aanvraag van de tegemoetkoming in de loonkosten. Zo laat de bestuurder zien dat hij zich inzet voor het behoud van werkgelegenheid en het doorbetalen van de lonen van de werknemers. Ook moet de werkgever de werknemers informeren over de praktische uitwerking van de stimulans om bij- of omscholing te volgen. Voldoet een bestuurder niet aan zijn informatieplicht, dan kan de OR de gewenste informatie opvragen op basis van het informatierecht (artikel 31 WOR).
Instemming OR nodig voor regeling personeelsopleiding
Heeft de OR de informatie eenmaal ontvangen, dan moet de OR de stukken kritisch bestuderen en zo nodig vragen om aanvullende informatie of verduidelijking. Het stimuleren van bij- of omscholing, kan namelijk een invoering of wijziging van een regeling voor personeelsopleiding betekenen. In dat geval heeft de OR instemmingsrecht (artikel 27, lid 1f WOR). Door bij de achterban te inventariseren welke opleidingsbehoeften er zijn, kan de OR ervoor zorgen dat er draagkracht is voor de nieuwe of gewijzigde regeling. Zo kan de OR eventueel nog aanvullende eisen toevoegen aan de instemming.
Adviesrecht OR bij financieel-organisatorische veranderingen
Ook kan uit de verkregen informatie blijken dat er belangrijke financieel-organisatorische veranderingen nodig zijn. Op dat soort voorgenomen besluiten heeft de OR adviesrecht (artikel 25 WOR). Is er sprake van betalingsmoeilijkheden of dreigt er een faillissement, dan is de bestuurder verplicht om de OR te informeren en te raadplegen. Daarbij is het voor de OR van belang om te achterhalen of er eventueel sprake is van een doorstart. Bij een doorstart na een faillissement heeft de OR adviesrecht.