U bent hier

Onderneming & Arbo
Toetsen RI&E voor meeste organisaties wettelijk verplicht

Toetsen RI&E voor meeste organisaties wettelijk verplicht

Het opstellen van een risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) is pas klaar als deze positief is getoetst door een arbodienst of een andere gecertificeerde deskundige. Dat is voor de meeste organisaties verplicht. Inspectie SZW controleert hierop.

Niet alleen moeten organisaties over een actuele en volledige RI&E beschikken, zij moeten deze meestal ook laten toetsen door een gecertificeerde deskundige. Deze wettelijke verplichting staat in artikel 14 van de Arbowet. Als een organisatie meer dan 25 werknemers in dienst heeft, moet een gecertificeerde deskundige of een geregistreerde bedrijfsarts de RI&E officieel toetsen om te voldoen aan de eisen van de Arbowet. Ook voor kleine organisaties kan een toetsingsverplichting bestaan. Als een organisatie 25 of minder werknemers heeft en geen erkende branche-RI&E heeft gebruikt, moet deze de RI&E laten toetsen.

4 kerndeskundigen voor toetsen RI&E

Voor de toetsing kan de werkgever kiezen uit de vier kerndeskundigen:

  1. de bedrijfsarts;
  2. de veiligheidskundige;
  3. de arbeidshygiënist;
  4. de deskundige Arbeid & Organisatie (A&O-deskundige).

Een arbodienst heeft deze vier kerndeskundigen verplicht in dienst. Organisaties die de toetsing aan een gecertificeerde arbodienst overlaten, zitten goed. Werkgevers die de maatwerkregeling hebben, kiezen zelf een van de vier deskundigen om de toetsing te verzorgen. Voor alle werkgevers geldt: controleer of de kerndeskundige gecertificeerd is.

Toetsen RI&E op vaste punten

De gecertificeerde deskundigen toetsen de RI&E in ieder geval op de volgende punten:

  • de betrouwbaarheid, volledigheid, actualiteit en de toegankelijkheid van het document;
  • de evaluatie van de risico’s;
  • de volledigheid en uitvoerbaarheid van het plan van aanpak en of de juiste risico’s en maatregelen daarin prioriteit krijgen;
  • de systematiek die is gebruikt bij het opstellen van de RI&E;
  • de manier waarop actuele inzichten en ontwikkelingen uit het arbo-vakgebied in het document zijn verwerkt;
  • de aandacht in de RI&E voor bijzondere groepen, zoals zwangeren, jongeren, gehandicapten, uitzendkrachten en werknemers buiten de vestiging van de werkgever.