Jaarverslaggeving over 2019 en het coronavirus
Het jaarverslag en de jaarrekening geven jaarlijks een overzicht van de gang van zaken in een onderneming. Omdat het coronavirus veel vragen oproept over de manier waarop ondernemingen onder andere het financieel verslag, de jaarrekening over boekjaar 2019 en de toekomstverwachting moeten opstellen, heeft de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) een aantal aandachtspunten gepubliceerd.
In RJ-Uiting 2020-05 die naar aanleiding van het coronavirus is gepubliceerd, is de situatie beschreven voor rechtspersonen met verslagjaren die zijn geëindigd op 31 december 2019, de balansdatum. De coronacrisis brak uit in december 2019 in China en heeft voor de meeste ondernemingen pas in de loop van 2020 gevolgen. Die gelden als gebeurtenissen na balansdatum en hoeven daarom niet opgenomen te worden in de jaarrekening over 2019. Waardevermindering van vaste activa, voorraden en debiteuren die zich pas in de loop van 2020 kunnen voordoen, komen dus niet in de jaarrekening (tool) over 2019. Tussen het opstellen en vaststellen van de jaarstukken verloopt enige tijd. De jaarrekening over 2019 hoeft niet te worden aangepast aan de ontwikkelingen in die periode.
Continuïteit van de onderneming loopt gevaar door corona
Hier is wel een ‘maar’ aan verbonden: als al klip en klaar is dat de onderneming in 2020 opgeheven wordt, moet de jaarrekening over 2019 worden opgesteld op liquidatiegronden en ontbinding van de rechtspersoon. Ook als in de periode tussen het opstellen en vaststellen van de jaarstukken de ontwikkelingen zo zijn dat opheffing van de onderneming niet te voorkomen is, moet het jaarverslag over 2019 alsnog worden opgesteld op liquidatiegronden.
In toelichting en bestuursverslag wel aandacht voor coronagevolgen
Eerder al is bepleit in bestuursverslagen altijd een paragraaf op te nemen waarin de continuïteit en de toekomstbestendigheid van een onderneming wordt beschreven. De RJ wijst op het belang dat rechtspersonen juist nu in het bestuursverslag aandacht besteden aan risico’s en onzekerheden, de genomen en voorziene maatregelen, mogelijke overheidssteun en de verwachte impact op de activiteiten, de liquiditeit, het resultaat en het vermogen als gevolg van de uitbraak van het coronavirus. Kleine rechtspersonen zijn niet verplicht om een bestuursverslag te maken. Doen zij dat wel, dan is het verstandig daarin dezelfde aandachtspunten over risico’s en gevolgen op te nemen. Microrechtspersonen zijn vrijgesteld van de specifieke toelichtingen in de jaarstukken. Maar als onzekerheid over het voortbestaan van de micro-onderneming aan de orde is, vindt de RJ dat dit wel in een toelichting moet worden opgenomen.