U bent hier

Onderneming & Arbo
Meer uitleg en uitbreiding van de TOZO

Meer uitleg en uitbreiding van de TOZO

Staatssecretaris Van Ark van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft meer duidelijkheid gegeven over de werking van de tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (TOZO). Er volgt ook een uitbreiding van de regeling. Ondernemers die in Nederland wonen maar die hun onderneming net over de grens hebben en vice versa, komen straks namelijk ook in aanmerking voor de TOZO.

Om voor de TOZO in aanmerking te komen moet een zelfstandig ondernemer in Nederland wonen en zijn onderneming moet ook hier gevestigd zijn. Door deze stringente regels vallen ondernemers die in Nederland wonen en hun onderneming over de grens hebben en ondernemers die in het buitenland wonen maar hun onderneming in Nederland bestieren buiten de boot. Staatssecretaris Van Ark heeft in haar antwoord op vragen van de Kamer nu aangegeven dat ze gaat regelen dat ondernemers in grenssituaties ook een beroep op de TOZO kunnen doen.

Ook rekening houden met opbrengsten uit dienstbetrekking

De zelfstandig ondernemer moet ook aan het urencriterium van 1.225 uur voldoen om de TOZO te krijgen. Dit geldt ook voor de ondernemers  die naast hun zelfstandige activiteiten werkzaamheden in dienstbetrekking verrichten. Hiervoor gelden geen uitzonderingen. De opbrengsten van de werkzaamheden in dienstbetrekking tellen ook mee bij de bepaling of hij in aanmerking komt voor bijstand. Er bestaat namelijk alleen recht op algemene bijstand, als het totale inkomen de op hem van toepassing zijnde bijstandsnorm niet overtreft.

AOW-ers geen recht op TOZO

Ondernemers kunnen een beroep op de TOZO doen vanaf hun 18e jaar tot de AOW-gerechtigde leeftijd. Zelfstandigen met een AOW-uitkering komen omdat zij dus de AOW-gerechtigde leeftijd hebben bereikt, niet in aanmerking voor bijstand op grond van de TOZO. De directeur-grootaandeelhouder komt ook in aanmerking voor de TOZO maar hij moet bij zijn aanvraag dan wel een verklaring toevoegen waaruit blijkt dat hij alleen of samen met andere in de bv werkzame personen meer dan 50% van de aandelen in bezit heeft.