Kan de werkgever tijdens NOW ontslag aanvragen?
Een werkgever behoort tijdens de periode waarvoor hij subsidie ontvangt via de Tijdelijke noodmaatregel overbrugging voor behoud van werkgelegenheid (NOW) geen bedrijfseconomisch ontslag aan te vragen. Doet hij dit wel, dan gaat de subsidie omlaag.
De werkgever kan via de NOW bij UWV een tegemoetkoming van maximaal 90% in de loonkosten aanvragen voor een periode van 3 maanden. Daarbij zegt de werkgever toe dat hij tijdens die periode geen ontslag wegens bedrijfseconomische reden zal aanvragen voor zijn werknemers. Doet hij dit toch en trekt hij niet binnen 5 werkdagen de ontslagaanvraag in, dan volgt er een sanctie in de vorm van een lager subsidiebedrag. UWV verhoogt het loon van werknemers voor wie een ontslagaanvraag is ingediend met 50%. Vervolgens brengt UWV dit loon (inclusief de verhoging van 50%) in mindering op het subsidiebedrag. Bovendien moeten werkgevers die ontslag wegens bedrijfseconomische redenen aanvragen aannemelijk maken dat zij het ontslag niet kunnen voorkomen met de NOW. UWV weegt de NOW dus mee bij de toetsing van de ontslagaanvraag.
Geen sanctie bij andere vormen van ontslag
Tijdens de subsidieperiode is bijvoorbeeld ontslag in de proeftijd of beëindiging van de arbeidsovereenkomst op basis van wederzijds goedvinden niet verboden. Ook kan de werkgever bij UWV een ontslagvergunning aanvragen wegens langdurige arbeidsongeschiktheid of de kantonrechter verzoeken de arbeidsovereenkomst te ontbinden op een andere ontslaggrond dan bedrijfseconomische redenen. Een werkgever heeft bij de NOW wel de verplichting om de loonsom zo veel mogelijk gelijk te houden. Andere vormen van ontslag en het niet verlengen van tijdelijke contracten leiden tot een lagere loonsom en gedeeltelijke terugvordering van de tegemoetkoming.
Ontslagen verlagen de loonsom en het subsidiebedrag
UWV betaalt de werkgever in eerste instantie 80% van de tegemoetkoming als voorschot. De tegemoetkoming is gebaseerd op de loonsom van januari 2020. Na afloop van de subsidieperiode berekent UWV de daadwerkelijke tegemoetkoming. UWV kijkt dan naar het daadwerkelijke omzetverlies én naar de gemiddelde loonsom over de maanden maart, april en mei 2020. Als de werkgever tijdens deze periode werknemers ontslaat of tijdelijke contracten niet verlengt, betaalt hij minder loon waardoor de loonsom uiteindelijk mogelijk lager uitvalt. Hierdoor wordt ook het subsidiebedrag lager. De kans bestaat dat de werkgever vervolgens een bedrag moet terugbetalen aan UWV. Dit kan ook het geval zijn als het omzetverlies uiteindelijk lager uitvalt dan verwacht.