Rechten van OR bij opstellen RI&E en plan van aanpak
Werknemers hebben een belangrijke stem als het gaat om de risico-inventarisatie en -evaluatie. De ondernemingsraad moet instemmen met de RI&E en het plan van aanpak. Werknemers moeten dus akkoord gaan met de inhoud.
De ondernemingsraad (OR) heeft verschillende rechten als het om de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) gaat. Dit begint al in de eerste fase, bij het opstellen van de RI&E. De OR moet het eens zijn met de inhoud van de RI&E en het bijbehorend plan van aanpak (tool). Juridisch is de RI&E één document, inclusief plan van aanpak, dat in één keer aan de OR voorgelegd wordt. Dit geldt overigens ook voor eventuele wijzigingen in de RI&E en het plan van aanpak. Het is belangrijk om in de planning rekening te houden met de tijd die het de OR kost om de voorstellen door te nemen en hun mening erover te geven. De OR kan ook om informatie vragen of een deskundige inschakelen voor advies.
Rechten volgens de WOR
Als het gaat om de RI&E geeft de Wet op de ondernemingsraden (WOR) aan de ondernemingsraad of de personeelsvertegenwoordiging de volgende rechten:
- instemmingsrecht (artikel 27 lid 1d) voor de methode die de werkgever kiest voor het opstellen van de RI&E en de inhoud van het plan van aanpak;
- initiatiefrecht (artikel 23 lid 3) voor alle zaken die met de RI&E te maken hebben;
- informatierecht (artikel 31, lid 1) met betrekking tot het RI&E-rapport en de voortgang van de uitvoering van het plan van aanpak.
OR zet RI&E op de agenda
Een typisch onderwerp voor het initiatiefrecht van de OR is het updaten van de RI&E. Hoe vaak dit moet gebeuren, staat namelijk niet in de Arbowet. Het document moet gewoon altijd actueel zijn. De OR houdt vaak een vinger aan de pols wat betreft de updates en zet de actualisering van de RI&E zelf op de agenda. Hoe meer draagvlak er is onder de werknemers voor gezonde en veilige arbeidsomstandigheden, des te beter komt het arbobeleid uit de verf. Dit heeft ook een positieve invloed op de maatregelen uit de RI&E.