Wijziging van wettelijk verplichte pensioencommunicatie
De informatievoorziening over pensioen kan beter. Dat komt naar voren uit een evaluatie van de Wet pensioencommunicatie. Daarom gaan de wettelijke regels voor pensioencommunicatie veranderen. Ook werkgevers kunnen een steentje bijdragen.
De regels voor informatievoorziening over pensioen zijn sinds 2015 stapsgewijs veranderd via de Wet pensioencommunicatie. Als laatste maatregel zijn er pensioenscenario’s ontwikkeld. Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft onlangs een evaluatie van de wet naar de Tweede Kamer gestuurd. Er blijkt nog veel winst te boeken: veel werknemers weten niet wanneer zij met pensioen kunnen gaan en hoeveel hun pensioen ongeveer zal bedragen. Ook is een groot deel van de pensioendeelnemers zich niet bewust van de risico’s en mogelijkheden rond hun pensioen. De minister wil nu door middel van een aantal wijzigingen de pensioencommunicatie verbeteren.
UPO en Pensioen 1-2-3 zijn straks niet meer verplicht
Deelnemers vinden mijnpensioenoverzicht.nl het nuttigste wettelijke instrument voor informatie over hun pensioen. Het Uniform Pensioenoverzicht (UPO) is minder populair en de Pensioen 1-2-3 wordt zelfs amper benut. Daarom vindt de minister het niet langer nodig om pensioenuitvoerders te verplichten formats voor de Pensioen 1-2-3 en het UPO te gebruiken. Uitvoerders moeten werknemers jaarlijks blijven informeren via een pensioenoverzicht, maar de vorm hiervan is voortaan vrij. Zo kunnen ze de informatie beter laten aansluiten op hun doelgroep.
Werknemers informeren via persoonlijk pensioengesprek
Zowel pensioenuitvoerders als pensioendeelnemers hebben in de evaluatie aangegeven dat de communicatie over pensioen ook kan verbeteren door de werkgever een actievere rol te geven. Bij de introductie van de Wet pensioencommunicatie is een checklist ontwikkeld die werkgevers kunnen gebruiken om werknemers te informeren over de pensioenregeling tijdens het arbeidsvoorwaardengesprek.
Een werkgever kan echter meer doen. Zo kan hij persoonlijke pensioengesprekken organiseren. In zo’n gesprek helpt een deskundige de werknemer om de (on)mogelijkheden van zijn pensioen in kaart te brengen. De werknemer weet dan beter wat de financiële gevolgen zijn als hij bijvoorbeeld eerder met (deeltijd)pensioen gaat of juist langer doorwerkt.