U bent hier

Onderneming & Fiscus
Beroep op BOF kan tot aanslag onherroepelijk is

Beroep op BOF kan tot aanslag onherroepelijk is

U kunt nog een beroep op de bedrijfsopvolgingsfaciliteit (BOF) uit de Successiewet doen tot het moment dat de aanslag voor de erf- of schenkbelasting onherroepelijk vaststaat.

De BOF zorgt ervoor dat bijvoorbeeld kinderen die (aandelen in) een onderneming erven of geschonken krijgen zich niet meteen blauw betalen aan belasting. Door gebruik te maken van de BOF betalen zij tot het grensbedrag van € 1.102.209 geen erf- of schenkbelasting. Boven dit bedrag geldt bovendien nog een vrijstelling van 83%. Het effectieve tarief is dus een heel stuk lager dan het normale tarief dat loopt van 10% tot 40%. Uiteraard zitten er wel voorwaarden aan het gebruik van de BOF. Zo moet iemand die een onderneming als schenking ontvangt, het bedrijf minstens vijf jaar voortzetten. De schenker moet ook minstens vijf jaar eigenaar zijn geweest van de onderneming. Bij een erfenis is deze termijn één jaar. Daarnaast moet er sprake zijn van een ‘materiële onderneming’. Dit wil zeggen dat de activiteiten méér moeten inhouden dan normaal vermogensbeheer.

BOF wel of niet van toepassing

In deze zaak ging het om een directeur-grootaandeelhouder (dga) wiens echtgenote was overleden waarmee hij in gemeenschap van goederen getrouwd was. Hij moest aangifte voor de erfbelasting doen maar deed dit pas toen de inspecteur hem een ambtshalve aanslag had opgelegd. Tegen deze aanslag diende de dga bezwaar in, maar toen de inspecteur hem vroeg om informatie te verschaffen deed hij dit niet. Daarom bleef de aanslag in stand. Bij de rechter moest worden uitgevochten of de vereiste aangifte wel was gedaan, of de inspecteur een redelijke schatting had gemaakt en of de BOF toegepast kon worden.

Beroep op BOF ging niet door

Het gerechtshof vond dat de vereiste aangifte niet was gedaan en daarom moest de bewijslast worden omgekeerd. Omdat de dga weigerde om informatie te verschaffen terwijl hem daartoe wel genoeg gelegenheid was gegeven vond de rechter dat de aanslag erfbelasting gebaseerd was op een redelijke schatting. Het tegendeel werd niet bewezen door de dga.
De man kon volgens het hof wel een beroep op de BOF doen omdat de aanslag nog niet onherroepelijk vaststond. Maar omdat de dga niet kon aantonen dat er aan alle voorwaarden voor de BOF was voldaan ging het beroep op deze faciliteit niet door. De ambtshalve aanslag bleef dus in stand.
Gerechtshof Amsterdam, 29 november 2019 (gepubliceerd 23 januari 2020), ECLI (verkort): 4336