U bent hier

Onderneming & Arbo
Hogere beslagvrije voet voor eerste helft 2020

Hogere beslagvrije voet voor eerste helft 2020

Per 1 januari 2020 zijn de normen voor de beslagvrije voet bij loonbeslag opnieuw gestegen. Echtparen vanaf 21 jaar tot de pensioengerechtigde leeftijd hebben daardoor recht op minimaal € 1.353 per maand om in hun levensonderhoud te voorzien. Voor alleenstaanden met of zonder kinderen in dezelfde leeftijdscategorie stijgt de beslagvrije voet van € 927,38 naar € 948.

Bij een loonbeslag legt de schuldeiser beslag op een deel van het loon van een werknemer met een schuld. Veel organisaties krijgen in de praktijk te maken met zo'n loonbeslag (tool). Zij mogen daarbij niet vergeten dat de werknemer altijd een deel van zijn loon mag houden voor zijn levensonderhoud en vaste lasten: de zogenoemde beslagvrije voet. Die is minimaal 90% van de bijstandsnorm, inclusief vakantiebijslag. Net als bij de bijstand is de hoogte van de beslagvrije voet afhankelijk van de leeftijd, huwelijkse staat en gezinssituatie van de werknemer.

Beslagvrije voet voor jongeren gelijkgetrokken

Alle bedragen van de beslagvrije voet per maand gingen per 1 januari 2020 — zoals elk half jaar — omhoog. Daarbij is per 1 januari de beslagvrije voet voor personen jonger dan 21 jaar gelijkgesteld aan die voor personen van 21 jaar en ouder. De nieuwe bedragen zijn:

Normen tot pensioengerechtigde leeftijd  
echtpaar € 1.353,00
alleenstaande of alleenstaande ouder € 948,00
   
Normen pensioengerechtigde leeftijd  
echtpaar (één of beide pensioengerechtigd) € 1.435,00
alleenstaande of alleenstaande ouder € 1.059,00
   
Basisnorm bij verblijf in inrichting  
alleenstaande ouder of alleenstaande € 256,00
echtpaar € 420,00