Lijst met klantgegevens beschermd als bedrijfsgeheim?
De Wet bescherming bedrijfsgeheimen geeft ondernemingen meer mogelijkheden om misbruik van hun knowhow aan te pakken. Dat hoeft niet eens een innovatief productieproces of een geheim frisdrankrecept te zijn. Ook een lijst met interne klanten kan voor bescherming in aanmerking komen, blijkt uit een recente rechtszaak.
Innovatie schiet alleen op als ondernemingen en organisaties hun vindingen ook binnenskamers kunnen houden. Sinds oktober 2018 is daarom de Wet bescherming bedrijfsgeheimen van kracht, die dit intellectueel eigendom beter beschermt.
Beslag leggen na inbreuk op bedrijfsgeheim
Dankzij de wet kunnen ondernemingen inbreuk beter aanpakken in de rechtszaal. Zij kunnen bijvoorbeeld eisen dat de andere partij direct stopt met het gebruik van het bedrijfsgeheim. Of beslag leggen op bestanden of goederen die samenhangen met dat gebruik.
De wet is sinds de invoering een paar keer aangehaald in de rechtszaal, zo blijkt uit een zoekopdracht op Rechtspraak.nl. Zo kwam de wet onlangs voorbij in een zaak die een meubelgroothandel had aangespannen tegen een eenmanszaak die meubels verkocht via internet. De 2 ondernemingen hadden een paar jaar een samenwerking, die in mei 2018 eindigde. Maar in maart 2019 stuurde de handelaar een mailing aan een aantal klanten van de groothandel. Daarin bood hij onder meer producten van de groothandel aan, maar dan tegen veel lagere prijzen. De groothandel stapte naar de rechter om deze inbreuk op zijn merkrecht een halt toe te roepen.
Gebruik klantenlijst is onrechtmatig handelen
De voorzieningenrechter oordeelde voor het grootste deel van de producten dat de handelaar inbreuk maakte op het merkrecht. Hij moest de verkoop daarom staken.
Daarnaast was natuurlijk nog de vraag hoe de handelaar toch aan de lijst met klanten was gekomen. Die bleek hij te hebben gekregen van een ex-werknemer van de groothandel. Volgens de rechter had de handelaar moeten weten dat het niet de bedoeling was om die contactenlijst te gebruiken om reclame te maken bij ondernemingen. De lijst was een bedrijfsgeheim, en door hem te gebruiken had de handelaar onrechtmatig gehandeld. De handelaar moest daarom van de rechter de volledige lijst met klantgegevens overhandigen aan de groothandel. En ook moest hij uitleggen hoe hij aan de lijst was gekomen en wie daarbij betrokken was. Deed hij dat niet, dan zou hij per dag een dwangsom van € 500 moeten betalen, met een maximum van € 25.000.
Rechtbank Den Haag, 20 december 2019 (publicatiedatum 6 januari 2020), ECLI (verkort): 13821