U bent hier

Onderneming & Fiscus
Inspecteur te inhalig met belastingrente

Inspecteur te inhalig met belastingrente

Belastingplichtigen die te laat zijn met hun aangifte kunnen tegen belastingrente aanlopen. Daarmee int de fiscus een vergoeding voor 'gemiste' rente op het belastinggeld. Maar die rekening voor belastingrente moet wel binnen de perken blijven, oordeelt het gerechtshof in Arnhem.

De belastingrente (tool) bestaat in de inkomstenbelasting en in de vennootschapsbelasting (VPB). Maar in de VPB is het 8% en in de inkomstenbelasting 4%. De fiscus kan rente rekenen als de aangifte te laat binnen is, maar ook als een belastingplichtige te laat een correctie doorvoert. Dit speelt bijvoorbeeld bij bv’s die een voorlopige aanslag VPB krijgen die niet klopt omdat zij een beter jaar hebben gedraaid dan gedacht. Zij doen er dan goed aan om de fiscus zo snel mogelijk om een nadere voorlopige aanslag te vragen.

Bezwaar en beroep tegen belastingrente

In deze zaak ging het om een bv die een fout maakte met die voorlopige aanslagen. De onderneming kreeg begin 2016 een voorlopige aanslag VPB voor dat jaar met een belastbaar bedrag van ruim € 1,4 miljoen. De bv wilde dat bedrag eigenlijk ophogen met € 130.000, maar stuurde de inspecteur een verzoek om het belastbaar bedrag op € 130.000 vast te stellen. De inspecteur verlaagde daarop de voorlopige aanslag naar dat bedrag. Niet veel later diende de bv alsnog een verzoek in om een voorlopige aanslag op het juiste belastbare bedrag, van ruim € 1,5 miljoen.
Uiteindelijk legde de inspecteur de definitieve aanslag VPB op volgens het bedrag van € 1,5 miljoen. Maar de inspecteur rekende daarbij ook € 7.139 aan belastingrente. Tegen die rekening ging de bv in bezwaar en beroep.

Direct duidelijk dat het een vergissing is?

De rechtbank oordeelde eerder dat het de inspecteur direct duidelijk had moeten zijn dat het bedrag van € 130.000 niet klopte. Maar het gerechtshof ging daar niet in mee. De inspecteur hoefde niet direct vragen te stellen aan de bv naar aanleiding van het lage bedrag. Niettemin vond het hof de belastingrente te hoog. Het hof oordeelde begin juli al (ECLI: 5419) dat de Belastingdienst alleen belastingrente mag rekenen over de periode dat de fiscus niet over het geld kon beschikken. Dat was ook in deze zaak niet gebeurd. De partijen kwamen daarom tijdens de zitting overeen dat de belastingrente verlaagd werd tot € 2.221.
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, 3 december 2019, ECLI (verkort): 10477