U bent hier

Onderneming & Arbo
Handtekening is grote valkuil bij lage WW-premie

Handtekening is grote valkuil bij lage WW-premie

Een vast contract met een vaste arbeidsomvang: dat klinkt als een relatief eenvoudige voorwaarde voor het in 2020 toepassen van de lage WW-premie. Toch is dat zeker niet altijd het geval. De werknemer moet namelijk wel getekend hebben voor dat vaste contract, óók als hij eerst een tijdelijk contract had.

In de praktijk wordt er bij een omzetting van een tijdelijk naar vast contract vaak wel een bevestigingsbrief gestuurd met een handtekening van de werkgever, maar tekent de werknemer die brief niet. Het directe gevolg daarvan is dat er niet voldaan wordt aan de eis dat er een schriftelijk contract voor onbepaalde tijd is. De werkgever is dan dus 5 procentpunt meer premie kwijt aan de WW: 7,94% in plaats van 2,94%.

Addendum is de oplossing

De oplossing is een zogenoemd addendum: een document dat bij de arbeidsovereenkomst gevoegd wordt. Dat moet dan wel voldoen aan de volgende drie voorwaarden:

  • Zowel de werkgever als de werknemer hebben het schriftelijke addendum ondertekend.
  • Uit het addendum blijkt dat er sprake is van een overeenkomst voor onbepaalde tijd die geen oproepovereenkomst is.
  • De werkgever bewaart het addendum – of een digitale kopie ervan – bij zijn loonadministratie.

Drie voorwaarden om aan te voldoen

Overigens geldt niet voor alle vaste contracten de lage WW-premie. Er gelden namelijk drie voorwaarden. Alleen als aan al deze drie voorwaarden voldaan wordt, is de werkgever goedkoper uit:

  • De arbeidsovereenkomst geldt voor onbepaalde tijd, en;
  • De arbeidsovereenkomst is schriftelijk vastgelegd, en;
  • De arbeidsovereenkomst is geen oproepovereenkomst.

Deze drie voorwaarden komen overeen met drie rubrieken in de loonaangifte. De werkgever moet die invullen met J, J en N – ja, ja en nee – om de lage premie toe te passen.