Tips en tools voor preventiemedewerkers en gevaarlijke stoffen
Preventiemedewerkers moeten ook de risico’s van gevaarlijke stoffen onder de aandacht brengen. De gevolgen van blootstelling treden vaak pas na jaren op en zijn dus niet meteen zichtbaar. Dat maakt het lastig om het op de agenda van het MT te krijgen.
Jaarlijks overlijden in Nederland meer dan 3.000 mensen aan een beroepsziekte veroorzaakt door blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Omdat de gevolgen van blootstelling vaak pas na jaren zichtbaar zijn –soms zelfs pas nadat werknemers met pensioen zijn gegaan – kan het moeilijk zijn werkgever en werknemer te overtuigen van de noodzaak om preventieve maatregelen te nemen. Toch is het ook de taak van de preventiemedewerker om dit onderwerp bij de werkgever onder de aandacht te brengen. De Nederlandse vereniging van Arbeidshygiënisten wil daarbij helpen en heeft tips en tools verzameld in een informatieblad (pdf).
Risicovolle stoffen per sector
Bij gevaarlijke stoffen denken veel mensen meteen aan explosieve stoffen of asbest. Er zijn ook gevaarlijke stoffen die minder opvallen en dus minder aandacht krijgen zoals oplosmiddelen in verf , lasrook, allergenen en dieselrook. Ook deze stoffen kunnen ernstige gezondheidsklachten en een beroepsziekte veroorzaken. Het informatieblad laat zien in welke sectoren werknemers risico lopen en welke risicovolle stoffen daar worden gebruikt of vrijkomen. Ook wordt verteld waar en hoe de preventiemedewerker informatie kan vinden. Tenslotte worden externe partijen genoemd die een rol kunnen spelen zoals de kerndeskundigen waaronder de arbeidshygiënist en de bedrijfsarts.
Wettelijke taken preventiemedewerker
Volgens de Arbowet moet de preventiemedewerker de werkgever ondersteunen bij de bevordering van gezonde en veilige arbeidsomstandigheden. De taken van de preventiemedewerker staan in artikel 13 van de Arbowet. De preventiemedewerker stelt de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) op of helpt daarbij. Hij moet advies uitbrengen aan de bedrijfsarts of arbodienst en de OR adviseren en samenwerken met de bedrijfsarts of arbodienst en de OR. Inschakelen van de OR bij de preventie van beroepsziekten kan helpen de werkgever of het MT te overtuigen. Als laatste taak is vermeld het uitvoeren van het arbobeleid van de organisatie.