Inspecteur is te snel met opvragen informatie
Iedere belastingplichtige is verplicht om alle informatie aan te leveren die nodig is voor de belastingheffing. Doet hij dat niet, dan kan de inspecteur de paperassen opvragen met een bindende informatiebeschikking. Tenzij de rechter zo’n beschikking 'prematuur' vindt.
In dit geval kwamen er bij de inspecteur nogal wat vragen op bij het bekijken van de aangiftes inkomstenbelasting van een handelaar in domeinnamen. Eerst wilde hij een afspraak maken om wat documenten over de jaren 2011 tot en met 2015 door te nemen. Maar die werd door de ondernemer op het laatste moment afgezegd.
Inspecteur legt informatiebeschikking op
Daarom stuurde de inspecteur eind oktober 2016 een brief met een nogal gedetailleerde waslijst aan gegevens die hij nog graag zou ontvangen. Aan te leveren vóór 11 november 2016, inclusief de mededeling dat de wet voorschrijft dat ‘een ieder verplicht is desgevraagd aan de inspecteur de gegevens en inlichtingen te verschaffen en bescheiden over te leggen’ die voor de belastingheffing van belang kunnen zijn. Op verzoek verleende de inspecteur nog wel uitstel tot 24 november.
Maar op die datum waren nog steeds niet alle gegevens binnen en kwam de inspecteur met een informatiebeschikking. De rechter moest vervolgens beoordelen of die informatiebeschikking niet te snel was opgelegd.
Termijn om informatie aan te leveren te kort
De rechtbank riep in herinnering dat de inspecteur een informatiebeschikking mag opleggen als een belastingplichtige niet voldoet aan zijn wettelijke informatieplicht. Dat was hier het geval, want de ondernemer had de gevraagde informatie nog niet op de bus gedaan.
Maar over de termijn die de inspecteur had gegeven om alle spullen te verzamelen was de rechtbank minder te spreken. In eerste instantie kreeg de ondernemer maar 8 werkdagen om alles aan te leveren, plus nog 10 werkdagen uitstel. Een tweede uitstelverzoek werd afgewezen. Volgens de rechter had de inspecteur onvoldoende redenen gegeven voor die korte termijn. Dat de inspecteur misschien wat haast had in verband met ‘het behouden van de mogelijkheid voor het opleggen van een navorderingsaanslag’ vond de rechtbank geen gegronde reden. De inspecteur had de grenzen van de redelijkheid overschreden, en de rechtbank vernietigde daarom de informatiebeschikking.
Rechtbank Noord-Nederland, 14 november 2019, ECLI (verkort): 4858