Pensioenkorting op komst voor deel dga's?
Voor directeuren-grootaandeelhouders (dga's) die voor hun pensioenvoorziening rekenen op een zogeheten oudedagsverplichting dreigt volgend jaar ook een 'korting'. Door de ontwikkelingen op de financiële markten lijkt het erop dat dit pensioenpotje niet wordt opgehoogd, maar afgewaardeerd. Tenzij het kabinet er nog een stokje voor steekt.
De oudedagsverplichting (ODV) is één van de keuzes die dga’s hebben voor het afbouwen van hun pensioen in eigen beheer. Het pensioen ‘bevriezen’ zonder verdere opbouw kan ook, net als – dit jaar nog – afkopen met een belastingkorting. Volgens cijfers van het ministerie van Financiën zijn er in 2017 en 2018 ruim 37.000 ODV's gevormd. Cijfers over 2019 zijn er nog niet.
Negatief rendement basis voor berekening ODV
Het idee van de ODV is dat die het opgebouwde pensioen in 20 gelijke delen uitkeert. In de regel gaan die uitkeringen in op het moment dat de dga de AOW-leeftijd (tool) bereikt. De dga mag de ODV jaarlijks ‘oprenten’ met een vastgesteld rentepercentage. Voor dit jaar is dat 0,269%.
De techniek achter dat percentage zit als volgt in elkaar. De wet schrijft voor dat deze rente berekend wordt op basis van het zogeheten U-rendement. Dit is afgeleid van het rendement op Nederlandse staatsleningen. Het rentepercentage dat dga’s mogen gebruiken voor het oprenten van de ODV in het ene jaar, is het gemiddelde van de U-rendementen in het voorgaande jaar. Inmiddels zijn alle U-rendementen voor 2019 bekend, en het gemiddelde daarvan is negatief: -0,107%. Trek je de lijn van de wet door, dan is er dus voor 2020 geen sprake van oprenten, maar van ‘afrenten’.
Lagere uitkering, lagere waarde, extra belasting
Pensioenadviseurs bevestigen deze lezing desgevraagd. “Ik ga ervan uit dat de lijn wordt voortgezet”, zegt Alfred Milius van PensioenPerspectief. “Of er moet nog een bepaling in de wet komen dat er een minimum van 0% geldt voor het rentepercentage, maar dat verwacht ik persoonlijk niet.” Ook Martin Gast, financieel planner en pensioenadviseur bij Vido, denkt dat zo’n ‘beschermingsconstructie’ voor de dga er niet komt.
Dit zou betekenen dat dga’s de waarde van hun ODV volgend jaar moeten verlagen, bevestigen beide adviseurs. Als de ODV-uitkeringen al zijn begonnen, leidt dat tot een iets lagere uitkering. Hierbij geldt dat het rentepercentage af kan wijken omdat er gerekend wordt vanaf de startdatum van de uitkering en niet vanaf 1 januari.
Als de ODV-uitkeringen nog niet zijn ingegaan wordt de waarde van de pot op de balans verlaagd per 31 december 2020 (bij een boekjaar dat gelijkloopt aan een kalenderjaar) ten opzichte van de stand van 1 januari 2020. Deze afwaardering zorgt voor een kleine vrijval in de winst voor het boekjaar 2020. Als de bv van de dga winst maakt, kost dit dus extra vennootschapsbelasting.