Publiek-private samenwerking tegen ondermijning
MKB-Nederland en VNO-NCW hebben samen met ruim 30 brancheorganisaties voorstellen gedaan om ondermijning, waarbij de georganiseerde onderwereld gebruik maakt van diensten uit de bovenwereld, tegen te gaan via publiek-private samenwerking. Volgens de twee ondernemersorganisaties is er onder andere een belangrijke rol weggelegd voor accountants.
Als adviseur van de ondernemer bezoekt een accountant regelmatig ondernemingen. De accountant zou bij ondernemers onder andere ter sprake kunnen brengen hoe zij zich kunnen weren tegen nepbedrijven en hoe zij hun klantenkring ‘schoon’ kunnen houden. Ook kan een accountant adviseren over het melden van vermoedens bij organisaties als Meld Misdaad Anoniem. Accountants kunnen deze rol vooral goed oppakken als er samen met de overheid informatie wordt ontwikkeld die zij met ondernemers kunnen delen. Ondernemers hebben dan handvatten waar zij mee aan de slag kunnen en kunnen zich zo beter wapenen tegen ondermijnende criminelen.
Ondernemingen en burgers
Curatoren hebben net als gerechtsdeurwaarders waardevolle ‘zachte informatie’ over ondermijning. Zij komen namelijk zowel bij ondernemingen als bij burgers over de vloer. Zij zijn in staat om afwijkend gedrag te herkennen, evenals het gebruik van ruimtes. Door signalen in een vroeg stadium te herkennen en door te geven kunnen de politie en FIOD sneller starten met hun onderzoeken.
De beveiligingssector (de Nederlandse Veiligheidsbranche, Federatie Veilig Nederland, Vereniging Beveiligingsorganisaties Nederland) kan burgers, ondernemingen, instellingen en overheden bijstaan met preventieve maatregelen voor het vergroten van hun veiligheid.
Uitwisseling van gegevens
Wat de twee werkgeversorganisaties betreft, moet er snel wetgeving komen om uitwisseling van gegevens mogelijk te maken om ondermijning het hoofd te bieden. In afwachting daarvan kunnen pilots worden gestart, aldus werkgeverorganisaties MKB-Nederland en VNO-NCW. De samenwerking tussen de verschillende partijen is vaak tijdelijk door het ontbreken van structurele middelen en beperkingen die het gevolg zijn van de privacywetgeving. Onder andere banken hebben aangegeven onderling informatie te willen uitwisselen voor het opsporen van ongebruikelijke transacties.