Werkelijk rendement belasten voor box 3 is onmogelijk
De staatssecretaris van Financiën heeft laten weten dat het structureel problematisch is en zal blijven om het werkelijk rendement als uitgangspunt voor de box 3-heffing te nemen. Het nieuwe systeem kan ook niet voor 2022 in werking treden. De Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) vindt echter dat dit al per 1 januari 2020 moet geschieden.
De nieuwe plannen voor de box 3-heffing die op 1 januari 2022 in werking moeten treden hebben natuurlijk een flink aantal vragen opgeworpen. De staatssecretaris heeft in reactie daarop aangegeven dat het belasten van het werkelijk rendement nu en in de toekomst structureel problematisch is. Daarnaast merkt hij op dat er anti-arbitragemaatregelen uitgewerkt worden om de tijdelijke omzetting van spaargeld rond de peildatum tegen te gaan.
Verhoging heffingsvrije vermogen
Het nieuwe systeem kan ook niet eerder dan in 2022 in werking treden, de invoering moet zorgvuldig geschieden en dat vergt tijd. Zo moet het systeem van de voorlopige aanslagen worden aangepast. Een tussentijdse maatregel ziet hij niet zitten. Alleen een verhoging van het heffingsvrije vermogen of een verlaging van het tarief zou eerder doorgevoerd kunnen worden.
Wijziging moet al per 2020 in werking treden
De NOB heeft in reactie op de aanpassing van box 3 de wens uitgesproken dat de wijziging al per 1 januari 2020 ingaat. Het door de staatssecretaris aangegeven probleem met onjuiste voorlopige aanslagen kan volgens de NOB op praktische wijze worden opgelost. Met een eenvoudige rekentool kan worden berekend welk box 3-inkomen (volgens de oude regelgeving) resulteert in dezelfde box 3-belasting op basis van de herziene regels. Daarvoor hoeft alleen het totaal aan spaartegoed en het restant aan box 3-vermogen worden ingevuld. Met deze tijdelijke oplossing kunnen belastingplichtigen dan al in 2020 een verzoek tot aanpassing van de voorlopige aanslag doen.
Belastingplichtigen veel te zwaar belast
Daarnaast was het advies van de parlementair advocaat duidelijk. Wachten tot 2022 met het invoeren van een nieuw systeem kan niet als de Hoge Raad voor de jaren 2017 en later tot eenzelfde beslissing komt als de jaren ervóór. Die kans is volgens de NOB groot omdat nog steeds een flink aantal belastingplichtigen veel te zwaar wordt belast.