Uitzendkrachten hebben een stem in de organisatie
Veel organisaties hebben werknemers in dienst op basis van uitzendovereenkomsten. Toch mogen uitzendkrachten niet direct stemmen of zichzelf verkiesbaar stellen bij de OR-verkiezingen. Maar welke rechten hebben uitzendkrachten dan wel? En hoe is dat geregeld bij de uitzendonderneming?
Werknemers met een arbeidsovereenkomst krijgen actief en passief kiesrecht als zij 3 maanden bij de organisatie in dienst zijn. Voor uitzendkrachten die de organisatie inhuurt, geldt een 'wachttijd' van 15 maanden. Pas als zij 15 maanden bij de inlenende organisatie werkzaam zijn, gaan zij daar medezeggenschapsrechten opbouwen. Dit betekent dat zij na (15+3=) 18 maanden kiesrecht krijgen voor de OR (artikel 1, lid 3 WOR). Na 1,5 jaar kan een uitzendkracht dus bij de inlener zijn stem uitbrengen op één van de kandidaten (actief kiesrecht) of zich verkiesbaar stellen voor de OR (passief kiesrecht). Voor uitzendbureaus zelf gelden iets andere spelregels.
Aantal uitzendkrachten bepaalt aantal zetels OR
Ook bij het uitzendbureau tellen de uitzendkrachten mee bij het bepalen van het aantal werknemers voor de verplichte instelling van een OR. Het aantal uitzendkrachten is dan ook van invloed op het aantal OR-zetels binnen de uitzendonderneming. Een uitzendkracht krijgt daar na drie maanden dienstverband actief en passief kiesrecht voor de OR van het uitzendbureau. Voor een OR van het uitzendbureau is het wel lastig om goed met hun achterban te communiceren en om ze te bereiken. De werknemers zijn tenslotte werkzaam in verschillende organisaties. Een zorgvuldig opgesteld en uitgewerkt communicatieplan is daarbij dus van extra groot belang.
OR en bestuurder mogen afwijkende afspraken maken
OR en bestuurder kunnen afwijkende afspraken maken over wie actief en passief kiesrecht heeft als dit de medezeggenschap ten goede komt (artikel 6, lid 4 WOR). Ze hebben dus de mogelijkheid om andere groepen dan wettelijk bepaald of bepaalde groepen eerder dan wettelijk bepaald bevoegdheden te geven en op die manier ook te betrekken bij de medezeggenschap. Bestaat een aanzienlijk deel van de arbeidskrachten in de organisatie uit uitzendkrachten, dan kan het voor de medezeggenschap beter zijn om hen bijvoorbeeld ook al na 3 maanden kiesrecht te geven in plaats van na 18 maanden. Deze afspraken moeten OR en bestuurder dan vastleggen in het OR-reglement.