Social media-uren tellen niet mee voor urencriterium
De uren die een ondernemer voor de inkomstenbelasting (IB) besteedt aan social media tellen niet altijd mee voor het urencriterium. Als deze uren een groot deel van de totale werkzaamheden omvatten kan de inspecteur de zelfstandigenaftrek schrappen volgens de rechter.
Een ondernemer voor de IB komt in aanmerking voor de zelfstandigenaftrek van € 7.280 als hij voldoet aan het urencriterium (tool) van 1.225 uur. Ook moet het zo zijn dat hij meer tijd besteedt aan zijn onderneming dan aan andere werkzaamheden (bijvoorbeeld in loondienst).
In deze zaak ging het om een mevrouw die met haar man een IT-onderneming runde. In haar aangifte IB claimde zij zelfstandigenaftrek omdat zij 1.470,5 uren had gewerkt. Hierbij ging het volgens haar specificatie om 600 uur die zij had besteed aan social media en 300 uur aan overige media. De inspecteur weigerde echter de zelfstandigenaftrek.
Via social media nieuwste ontwikkelingen volgen
Mevrouw gaf aan dat zij via social media de nieuwste IT-ontwikkelingen en concurrenten volgde. Ook Twitter en Facebook werden veelvuldig voor de onderneming gebruikt. Voor wat betreft de overige media ging het om de tv, het lezen van de krant en (business)radio. De rechter vond echter dat de vrouw niet voldoende had bewezen dat zij aan het urencriterium had voldaan. Hij geloofde wel dat zij vaak gebruikmaakte van de diverse mediakanalen maar niet dat dit allemaal betrekking had op de onderneming. De vrouw had het zakelijke gebruik alleen maar algemeen aangegeven, en omdat het aantal uren een groot deel van de totale omvang van de werkzaamheden omvatte waren de algemene bewoordingen te weinig om te kunnen concluderen dat aan het urencriterium was voldaan. De inspecteur kreeg dus gelijk; de zelfstandigenaftrek mocht worden geschrapt.
Rechtbank Noord-Nederland, 25 juli 2019 (gepubliceerd 8 oktober 2019), ECLI (verkort): 3451