Forfaitaire bijtelling fiets van de zaak per 2020 7%
Per 1 januari 2020 komt er een forfaitaire bijtelling voor terbeschikkinggestelde fietsen. Werkgevers tellen vanaf die datum 7% van de waarde van een ter beschikking gestelde fiets bij het loon van de werknemer.
Voor de auto van de zaak bestaat de forfaitaire bijtelling al veel langer, maar met ingang van 2020 komt hij er ook voor het privégebruik van een terbeschikkinggestelde fiets. Vanaf die datum hoeven werkgevers niet langer een ingewikkelde berekening te maken om te bepalen welk bedrag zij elk tijdvak bij het loon van de werknemer moeten tellen, maar mogen zij rekenen met een vast percentage. Op jaarbasis is dat 7% van de aanschaf- of factuurwaarde van de fiets.
Afrekenen bij uitdiensttreding
Als een werknemer in 2020 een elektrische fiets ter beschikking gesteld krijgt van bijvoorbeeld € 1.200, die hij ook privé mag gebruiken, moet de werkgever elk jaar (7% x € 1.200) € 84 bij zijn belast loon tellen. Per maand komt dat neer op € 7.
Het moet voor de nieuwe regels wel écht gaan om een terbeschikkingstelling. In principe moet de werknemer zijn fiets dus inleveren of afrekenen als hij uit dienst gaat of hem niet langer nodig heeft voor zijn werk.
Vergoeden of verstrekken mag ook
Als een werkgever het niet ziet zitten om de bijtelling elke maand op te nemen in de loonadministratie en -aangifte, kan hij de fiets ook vergoeden of verstrekken aan de werknemer. De werknemer wordt op dat moment de eigenaar van de fiets. De werkgever moet de waarde van de fiets dan bij het belast loon van de werknemer tellen, als eindheffingsloon in de vrije ruimte onderbrengen of bruteren. Een ander alternatief is een renteloze lening voor de aanschaf van de fiets (tool) die de werknemer bijvoorbeeld aflost met zijn onbelaste reiskostenvergoeding.