OR mag termijn voor actief of passief kiesrecht wijzigen

De taken en bevoegdheden van de ondernemingsraad (OR) staan beschreven in de Wet op de ondernemingsraden (WOR). De OR moet zich houden aan de bepalingen van de WOR, op een paar uitzonderingen na. Zo mag de OR afwijken van de kiesrechttermijnen die in de WOR genoemd staan, oftewel hoe lang je bij de onderneming werkzaam moet zijn om mee te mogen doen met de OR-verkiezingen.

Volgens artikel 6 WOR mogen werknemers die drie maanden of langer in dienst zijn zich kandidaat stellen ('passief kiesrecht') en hun stem uitbrengen ('actief kiesrecht') bij de OR-verkiezingen. Voor ingehuurde krachten gelden langere termijnen. Zij krijgen actief en passief kiesrecht als zij minimaal 18 maanden bij de inlenende organisatie werkzaam zijn. De OR mag van deze termijnen afwijken als dit het functioneren van de OR ten goede komt. 

Geen minimumtermijn voor kiesrecht OR

Als er bijvoorbeeld veel uitzendkrachten in de organisatie werkzaam zijn, kan de OR ervoor kiezen om de kiesrechttermijn voor ingehuurde krachten te verkorten, zodat zij eerder betrokken worden bij de medezeggenschap. Ook is de OR dan een betere afspiegeling van de achterban, waardoor de raad de verschillende belangen beter kan behartigen. Er geldt overigens geen minimumtermijn voor het actief en passief kiesrecht. De OR mag de termijnen zelfs terugbrengen tot nul. In dat geval kunnen alle werknemers zich kandidaat stellen of stemmen voor de OR.

Eerst de organisatie leren kennen 

De OR kan ook goede redenen hebben om juist wat langere termijnen aan te houden voordat werknemers of ingehuurde krachten actief of passief kiesrecht krijgen. Als de organisatie bijvoorbeeld erg groot of complex is, zal het langer duren voordat een werknemer de gang van zaken binnen de organisatie kent. In zo'n situatie kan het verstandig zijn om nieuwkomers niet direct een rol te geven in de medezeggenschap.

Afwijkende kiesrechttermijnen vastleggen in OR-reglement

Als de OR voor het actief en/of passief kiesrecht wil afwijken van de kiesrechttermijnen die in de WOR genoemd worden, moet de OR dit eerst voorleggen aan de bestuurder. De bestuurder moet het hier namelijk wel mee eens zijn. Gaat de bestuurder ermee akkoord, dan moet de OR de afwijkende kiesrechttermijnen vastleggen in het OR-reglement (artikel).