U bent hier

Onderneming & Salaris
Concurrentiebeding als middel voor personeelsbehoud

Concurrentiebeding als middel voor personeelsbehoud

Omdat veel organisaties last hebben van de krapte op de arbeidsmarkt, zetten zij steeds vaker het concurrentiebeding in als middel om personeel te behouden. Hierdoor wordt het concurrentiebeding ‘oneigenlijk gebruikt’.

Het concurrentiebeding is bedoeld als middel om een werkgever te beschermen tegen een overstap van een werknemer naar een concurrent en de bijbehorende nadelen. De contractbepaling zorgt ervoor dat werknemers niet zomaar elders concurrerende activiteiten mogen verrichten. De constatering dat werkgevers het beding ‘oneigenlijk’ gebruiken voor personeelsbehoud, komt van juristen van dienstverleners DAS en Stichting Achmea Rechtsbijstand. In de Volkskrant geven zij aan in de praktijk veel conflicten te zien waarin het concurrentiebeding centraal staat. Een groot deel daarvan komt niet voor de rechter, omdat de werkgever en werknemer schikken.

Verplichte vergoeding voor inzet concurrentiebeding

Om te voorkomen dat werkgevers met het concurrentiebeding een vertrek van werknemers dwarsbomen, stellen enkele experts dat een werkgever een vergoeding zou moeten betalen als hij zijn werknemer aan het concurrentiebeding wil houden. In de meeste andere Europese landen is zo’n compenserende vergoeding verplicht. Voorwaarde voor de vergoeding zou wel moeten zijn dat de werknemer niet ernstig verwijtbaar of nalatig heeft gehandeld voor de contractbeëindiging.

Rechter kan nu ook al vergoeding toekennen

VNO-NCW is geen voorstander van een verplichte vergoeding. De werkgeversvereniging stipt onder meer aan dat werknemers ook nu al een vergoeding kunnen krijgen. Onder de huidige regels kan een rechter een werkgever namelijk verplichten om een financiële compensatie te betalen als een concurrentiebeding (tool) een werknemer te veel belemmert in zijn vrije arbeidskeuze. De hoogte van die vergoeding staat niet vast en hangt af van de omstandigheden. Ook voor deze vergoeding geldt al dat een werkgever niets hoeft te betalen als de arbeidsovereenkomst is geëindigd of niet is voortgezet vanwege ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werknemer.