Naheffing voor vakantiekilometers auto van de zaak
Als een werknemer een auto van de zaak tot zijn beschikking heeft, hoeft zijn werkgever geen bijtelling toe te passen als de werknemer maximaal 500 kilometer per jaar privé rijdt. Maar wat nu als de werknemer in de vakantie toch iets verder heeft gereden dan gepland?
Een werknemer die op jaarbasis niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden rijdt met zijn ter beschikking gestelde auto van de zaak, valt onder een uitzondering op de bijtellingsregels. Hij kan dan bij de Belastingdienst een zogenoemde ‘Verklaring geen privégebruik auto’ aanvragen. Zijn werkgever hoeft door die verklaring geen bijtelling op het loon van de werknemer toe te passen. Dat is voor beide partijen voordelig: de werknemer betaalt geen loonbelasting/premie volksverzekeringen over dit loon in natura en de werkgever geen werkgeverslasten.
Naheffing voor werknemer
Is de werknemer in zijn vakantie tóch verder weg geweest dan hij eigenlijk gepland had, dan vervalt de uitzondering op de bijtellingsregels. Denk bijvoorbeeld aan de situatie dat de werknemer eigenlijk van plan was te gaan vliegen naar zijn vakantiebestemming, maar door de coronacrisis met de auto van de zaak op vakantie gaat. Rijdt hij dit jaar dan toch meer dan 500 privékilometer per jaar, dan heeft dat 2 consequenties:
- De naheffingsaanslag voor de niet betaalde loonheffingen over de tijdvakken die al voorbij zijn komt voor rekening van de werknemer. Die krijgt dan dus de rekening, ook voor de premies werknemersverzekeringen en de werkgeversbijdrage Zorgverzekeringswet (ZVW).
- De werkgever moet – zodra hij van de werknemer hoort dat hij de 500-kilometergrens overschreden is – bijtelling bij het loon van de werknemer gaan tellen. De werkgever is namelijk verplicht om bijtelling toe te passen als hij weet dat de werknemer onterecht een ‘Verklaring geen privégebruik auto’ heeft.
Brief van de Belastingdienst
Zodra een werknemer bij de Belastingdienst aangeeft dat hij meer dan 500 kilometer privé gaat rijden, krijgt zijn werkgever een brief van de Belastingdienst met daarin alle informatie die van belang is. Er kan echter wat tijd overheen gaan tot de werkgever die brief ontvangt. Is hij in die tussentijd op de hoogte van de overschrijding van de 500-kilometergrens, dan kan hij maar beter zo snel mogelijk de bijtelling voor de auto van de zaak gaan toepassen. Anders komen volgende naheffingsaanslagen of correctieverplichtingen wel op het bordje van de werkgever terecht.