U bent hier

Onderneming & Fiscus
Recht op transitievergoeding bij proeftijdontslag

Recht op transitievergoeding bij proeftijdontslag

Onder de Wet arbeidsmarkt in balans (WAB) is de duur van het dienstverband niet langer van belang voor het recht op de transitievergoeding. Zelfs bij ontslag in de proeftijd moet een werkgever de vergoeding ophoesten.

De WAB brengt per 1 januari 2020 een aantal belangrijke veranderingen aan in de regels voor de transitievergoeding. Momenteel geldt dat een werknemer recht heeft op deze vergoeding als hij na een dienstverband van minimaal 24 maanden simpel gezegd ‘onvrijwillig’ uit dienst treedt. Onder de WAB vervalt de voorwaarde dat de werknemer minimaal 24 maanden in dienst moet zijn geweest. Bovendien wordt de transitievergoeding niet meer naar beneden afgerond op halve dienstjaren. Ook werknemers die al snel na indiensttreding weer ontslagen worden (en zich niet ernstig misdragen hebben), behoren dus een transitievergoeding te krijgen van hun werkgever.

Transitievergoedingen opsparen voor (bij)scholing

Voorgaande betekent dat de werkgever ook een transitievergoeding moet betalen aan een werknemer die hij ontslaat tijdens zijn proeftijd of van wie hij het tijdelijke, kortdurende contract niet verlengt. Het kabinet vindt dit ‘niet onredelijke bezwarend’ voor werkgevers, omdat zij ook voor kortdurende arbeidsovereenkomsten een eindafrekening moeten opstellen. De werkgever kan hierin de berekening van de transitievergoeding meenemen. Het kabinet hoopt dat werknemers met veel korte contracten hun lage transitievergoedingen opsparen tot een ‘substantieel’ bedrag, dat zij vervolgens inzetten voor (bij)scholing voor een nieuwe functie.

Transitievergoeding ontlopen is geen reden meer voor flex

Het kabinet vindt dat de betaling van de transitievergoeding geen reden mag zijn voor de werkgever om een arbeidsovereenkomst niet te verlengen. Nu kan dat in ieder geval in theorie een overweging zijn. Onder de WAB heeft daarom élke werknemer – met kort, tijdelijk contract of met vast contract – recht op de vergoeding. Bovendien krijgen oudere werknemers niet meer een extra hoge vergoeding. Het blijft wel onveranderd dat de werkgever veel meer geld kwijt is aan de transitievergoeding van een werknemer die lang in dienst is geweest. De WAB wijzigt immers niet dat de duur van het dienstverband bepalend is voor de hoogte van de vergoeding.