U bent hier

Onderneming & Fiscus
Meldplicht in strijd tegen belastingontwijking

Meldplicht in strijd tegen belastingontwijking

Adviseurs moeten sommige fiscale constructies vanaf medio volgend jaar verplicht gaan melden. Dat wil zeggen: constructies die over de landsgrenzen heen gaan en gebruikt kunnen worden voor belastingontwijking. Het wetsvoorstel dat die meldingsplicht regelt is nu ingediend bij de Tweede Kamer.

Het verplicht melden van grensoverschrijdende constructies is onderdeel van een Europese richtlijn tegen belastingontwijking. Uiteindelijk moeten de belastingdiensten in alle lidstaten kunnen grasduinen in een gezamenlijke database met informatie over belastingconstructies.

Terugwerkende kracht tot 25 juni 2018

De meldingsplicht gaat gelden voor zogenoemde intermediairs. Volgens de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel (pdf) zijn dat partijen in de EU die betrokken zijn bij onder meer het ‘bedenken, aanbieden, opzetten of beschikbaar maken voor implementatie’ van een grensoverschrijdende constructie. Of daarbij ‘hulp, bijstand of advies verstrekken’.
De intermediairs moeten een behoorlijk aantal gegevens oplepelen, zoals data over de betrokken personen of partijen en een samenvatting van wat de constructie inhoudt. De boete voor het niet (tijdig) doen van een melding kan oplopen tot € 830.000.
De regels gaan vanaf 1 juli 2020 in, maar constructies moeten met terugwerkende kracht vanaf 25 juni 2018 gemeld worden. De gegevens over de tussenliggende periode moeten uiterlijk 31 augustus 2020 bij de Belastingdienst binnen zijn.

Richtlijn geeft geen definitie voor meldingsplicht

In principe moeten intermediairs alle constructies melden bij de Belastingdienst, tenzij ze aannemelijk kunnen maken dat een andere intermediair de gegevens al heeft aangeleverd. Als er geen intermediair betrokken is, of een intermediair van buiten de EU, verschuift de meldingsplicht naar de belastingplichtige zelf.
Welke constructies de intermediairs precies moeten melden, is niet helemaal vastomlijnd. Vaststaat dat het dus constructies zijn die lopen tussen twee EU-lidstaten of tussen een lidstaat en een land buiten de EU. Maar een harde definitie van een meldingsplichtige constructie staat niet in de richtlijn. Wel is er een lijst met kenmerken opgesteld die ‘een aanwijzing voor belastingontwijking vormen’. Als een constructie één van de kenmerken op de lijst heeft, moet de intermediair een melding doen.

Inspecteur mag na melding navorderen

Al met al klinkt er vanuit de advieswereld kritiek dat de regels nog niet concreet genoeg zijn. Mede daarom heeft het kabinet beloofd dat er een leidraad komt die meer duidelijkheid moet geven over wat gemeld moet worden en wat niet. De Raad van State zet ook vraagtekens bij de extra mogelijkheden die de Belastingdienst krijgt voor navorderingen (tool). Als er al een definitieve aanslag ligt, mag de fiscus alleen navorderen bij een ‘nieuw feit’. Gegevens die de inspecteur ‘bekend waren of redelijkerwijs bekend hadden kunnen zijn’ zijn geen nieuw feit. Maar een melding van een grensoverschrijdende constructie valt hier expliciet niet onder. En dus kan de inspecteur na zo’n melding nog navorderen. De Raad van State noemt dat ‘onevenwichtig’.