U bent hier

Onderneming & Arbo
OR moet in actie komen tegen angstcultuur

OR moet in actie komen tegen angstcultuur

In sommige organisaties heerst er een angstcultuur. Dat kan erg schadelijk zijn voor zowel de gezondheid van de werknemers als voor de organisatie. Zo kan het ziekteverzuim flink toenemen of personeelsverloop ontstaan met mogelijk een oplopende werkdruk onder de werknemers die blijven. De ondernemingsraad (OR) vangt mogelijk als een van de eerste signalen over een heersende angstcultuur op. Hoe gaat de raad daar het beste mee om?

Een werkgever moet ervoor zorgen dat werknemers veilig en gezond kunnen werken (artikel 3, lid 1 Arbowet). En op grond van artikel 28, lid 1 van de Wet op de Ondernemingsraden (WOR) moet de OR erop toezien dat de arbeidsomstandigheden goed zijn. Een angstcultuur is geen gezonde werksituatie. Werknemers voelen zich dan niet op hun gemak, zijn minder gemotiveerd, presteren minder goed en krijgen last van stress. Dit leidt tot (langdurig) ziekteverzuim en mogelijk uitval van werknemers en daarmee tot een verhoogde werkdruk onder collega’s. Vangt de OR signalen op die wijzen op een angstcultuur, dan moet de OR dus actie ondernemen.

Stappen die de OR kan nemen bij een angstcultuur in de organisatie

Als de OR van de achterban signalen opvangt dat er sprake is van onvrede, een angstcultuur of toenemende werkdruk, is het zaak dat de OR de werknemers ondersteunt, het probleem onderzoekt en samen met de bestuurder in gesprek gaat over de aanpak van het probleem. De OR kan bijvoorbeeld de volgende stappen nemen:

  • de achterban verwijzen naar de vertrouwenspersoon voor ondersteuning;
  • bijeenkomsten – met én zonder leidinggevenden – organiseren om de situatie goed in kaart te brengen;
  • bij de vertrouwenspersoon navragen of hij de afgelopen periode dezelfde signalen heeft opgevangen en wat zijn advies is om tot verbetering te komen;
  • een (anoniem) medewerkerstevredenheidsonderzoek (MTO) (laten) uitvoeren, om te toetsen wat de omvang is van het probleem;
  • verbetervoorstellen inventariseren en deze verwerken in een plan van aanpak;
  • de signalen bespreken met de bestuurder en een plan van aanpak presenteren. De OR kan dit doen op grond van het initiatiefrecht artikel 23 WOR; de bestuurder is dan verplicht om het probleem in behandeling te nemen.