Niet onbeperkt bijverdienen voor student
Als uw organisatie studenten of scholieren in dienst neemt, is het verstandig als de werkgever deze werknemers op de bijverdiengrenzen voor de kinderbijslag of studiefinanciering wijst. Ze mogen namelijk niet zomaar onbeperkt bijverdienen!
Vakantiekrachten vangen in veel organisaties de zomerdrukte op. Deze vakantiekrachten hebben vaak recht op een studielening of studiefinanciering. Ze moeten daarom goed opletten met bijverdienen. Verdienen ze te veel, dan moeten ze hun lening of financiering namelijk stopzetten om te voorkomen dat ze na afloop van 2019 moeten terugbetalen.
Alleen oude stelsel telt
De bijverdiengrens is in 2019 voor drie groepen werknemers van belang:
- mbo’ers onder de 18 met een zogenoemd studentenreisproduct;
- mbo’ers van 18 jaar of ouder die studiefinanciering ontvangen;
- hbo’ers en wo’ers met studiefinanciering volgens het oude stelsel voor het hoger onderwijs.
Voor deze werknemers geldt dat zij in 2019 maximaal € 14.682,96 bruto mogen bijverdienen zonder consequenties voor hun studiefinanciering of reisproduct. Het gaat dan om verzamelinkomen of belastbaar loon.
Kinderbijslag voor minderjarigen
Voor de kinderbijslag gelden heel andere regels. Werknemers van 16 en 17 jaar oud van wie de ouders kinderbijslag krijgen, mogen maximaal € 1.296 netto per kwartaal bijverdienen. Het maakt daarbij niet uit of het kind thuis woont of uitwonend is. Als het kind meer dan € 1.296 netto verdient, vervalt voor dat kwartaal de kinderbijslag. In de zomervakantie – de periode tussen twee schooljaren in – mogen de kinderen € 1.330 netto extra verdienen (dus € 1.296 + € 1.330).
De ouders van de werknemer zijn verplicht om het inkomen door te geven aan de Sociale Verzekeringsbank (SVB) als het hoger is dan de bijverdiengrens. Let op: hoewel de kinderbijslag stopt als het kind 18 wordt, ontvangen de ouders nog over dat hele kwartaal kinderbijslag. Daarom telt mee wat het kind bijverdient in dat hele kwartaal.