Aandelenopties als loon straks mogelijk aantrekkelijker

Het kan in de toekomst misschien aantrekkelijk zijn voor werkgevers om werknemers aandelenoptierecht in plaats van een hoog salaris aan te bieden. De regeling rond de belastingheffing hiervan krijgt namelijk mogelijk een nieuwe vorm. Vooral start-ups in Nederland zouden hiervan profiteren.

In zijn Fiscale beleidsagenda 2019 kondigt staatssecretaris Snel van Financiën een onderzoek aan naar de mogelijkheid om in de toekomst pas loonbelasting/premie volksverzekeringen over aandelenopties te heffen op een moment dat organisaties meer vermogen hebben. Komt deze mogelijkheid er, dan zouden organisaties makkelijker de getalenteerde werknemers kunnen aantrekken die zij hard nodig hebben om van de organisatie een succes te maken. Snel hoopt uiteindelijk de groei van jonge ondernemingen én de Nederlandse economie te stimuleren. Zijn doel is het wetsvoorstel op Prinsjesdag 2020 aan de Tweede Kamer te presenteren.

Alternatief biedt werkgevers ruimte

Werkgevers met een start-up kunnen werknemers meestal nog geen dikke salarissen aanbieden. Het uitgeven van recht op aandelenopties kan dan een uitkomst zijn. Een nieuwe werknemer krijgt dan een relatief lager salaris, maar ontvangt daarbij een aandelenoptierecht dat hij op een later moment kan omzetten in aandelen van een bepaalde geldwaarde – de zogenoemde uitoefenprijs. Door toenemend succes van de onderneming, stijgt dan ook de waarde van het aandelenpakket. Overigens bestaat er al een belastingvoordeel voor werknemers van start-ups met aandelenopties.

Belastingheffing pas op later moment

Het uitreiken van aandelenoptierecht is een vorm van loon waarover ook gewoon alle loonheffingen zijn verschuldigd. De werkgever moet deze inhouden en afdragen op het moment dat een werknemer zijn aandelenoptierecht inruilt voor aandelen van de organisatie. Maar dat is lastig, omdat werknemers op moment van betalen hun aandelen zelf nog niet hebben kunnen verkopen en de organisatie misschien nog niet veel geld in kas heeft. De staatssecretaris hoopt dat er met het uitstellen van het betalingsmoment tot bijvoorbeeld het moment dat de organisatie een beursgang maakt, organisaties deze vorm van loon vaker kunnen gebruiken.