Financieel-economische criminaliteit in opmars
Nederlandse organisaties rapporteren meer financieel-economische criminaliteit dan twee jaar geleden, blijkt uit onderzoek. Dit jaar gaf zo’n 83% van de respondenten aan te zijn geconfronteerd met financieel-economische criminaliteit. Twee jaar geleden was dat nog 73%.
Onder financieel-economische criminaliteit vallen onder andere fraude, bedrijfsspionage en hacken. Financieel-economische criminaliteit kan tot forse schade leiden. Op basis van het gerapporteerde schadebedrag hebben de onderzoekers berekend dat de gemiddelde kostprijs per incident bijna € 400.000 is.
Forse toename van cybercrime
Niet verrassend is dat cybercriminaliteit (tool) de snelst ontwikkelende vorm van financieel-economische criminaliteit is. Ten opzichte van 2017 is een forse toename te zien van het gerapporteerd percentage cybercriminaliteit: van 34% naar 60%. Organisaties zijn door toenemende digitalisering onderling steeds nauwer verbonden en in steeds grotere mate afhankelijk van informatietechnologie. Hoewel hackers steeds meer gebruikmaken van geavanceerde technieken, worden aan de andere kant ook de opsporingssystemen intelligenter.
Signaleren van incidenten
Bij het signaleren van incidenten speelt nog steeds toeval een grote rol. Dat was in 34% van de gevallen het geval. Bij de detectie valt de rol van de accountant in positieve zin op. Van de respondenten geeft 38% aan dat de interne accountant een of meer incidenten heeft aangekaart en 21% geeft aan dat juist de externe audit misstanden heeft blootgelegd.
Data-analyse nog onderbenut
Een van de nieuwe onderwerpen dit jaar was data-analyse. Uit het onderzoek blijkt dat data-analyse nog altijd wordt onderbenut. Slechts 25% van de respondenten zegt gebruik te maken van data-analyse voor de bestrijding van financieel-economische criminaliteit en 14% geeft aan dat in de toekomst te willen gaan doen. Een meerderheid van 44% geeft echter aan helemaal geen plannen te hebben op dit vlak.
De Economic Crime Survey (pdf) wordt om de twee jaar uitgevoerd door PwC Nederland en de sectie Criminologie van de Vrije Universiteit Amsterdam.