Kan werknemer OR-lid blijven tijdens een jaar verlof?
Een lid van de ondernemingsraad moet 'werkzaam in de onderneming' zijn. Het spreekt voor zich dat daar geen sprake meer van is als een werknemer uit dienst gaat. Maar is iemand in de praktijk nog wel werkzaam in de onderneming als hij een jaar verlof opneemt?
Een werknemer is niet meer werkzaam in de onderneming als hij uit dienst gaat. Het spreekt voor zich dat hij dan ook niet meer in de ondernemingsraad (OR) thuishoort. Zo staat het in artikel 12 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR). Dat lijkt simpel, maar er zijn de nodige grijze gebieden. Is een OR-lid dat een jaar sabbatical neemt nog werkzaam in de onderneming? Dat hij juridisch gezien nog steeds in dienst is, betekent nog niet dat hij in de praktijk ook feitelijk voor de onderneming werkt. Hij spreekt de achterban gedurende dat jaar niet en kan zijn OR-taken (tool) niet uitvoeren.
Afspraken maken over afwezigheid OR-leden
De hoofdregel hierbij is dat er bij een korte onderbreking niets verandert. En van een korte onderbreking is sprake bij een afwezigheid van maximaal twee jaar, zo heeft de rechter jaren geleden besloten. Omdat twee jaar afwezigheid in de praktijk een erg lange termijn is om een zetel in de OR bezet te houden, is het raadzaam om van tevoren duidelijke afspraken te maken over de uitoefening van medezeggenschapsrechten bij (langdurige) afwezigheid van een OR-lid.
Bij een jaar verlof nog werkzaam in onderneming
Die termijn van twee jaar komt voort uit een zaak waar de kantonrechter zich in 2010 over heeft gebogen. In die zaak ging het om een werknemer die voorzitter was van de OR en gebruikmaakte van de regeling vervroegde uittreding (VUT). Voordat het zover was, nam hij echter nog ruim een jaar verlof op. De bestuurder vond dat hij daarmee 'feitelijk' uit dienst was vanaf het moment dat het verlof inging. Hij maakte immers geen deel meer uit van de dagelijkse gang van zaken in de organisatie. Maar zijn collega's in de ondernemingsraad waren het hier niet mee eens. Zij stapten naar de kantonrechter en kregen het gedaan: de rechter oordeelde dat een jaar verlof niet zo lang is dat de werknemer niet meer werkzaam is in de onderneming. Volgens de kantonrechter is een periode van twee jaar de maximale termijn voor een 'korte' onderbreking waarbij de werknemer werkzaam blijft in de onderneming. Hierbij is de termijn die geldt voor zieke werknemers als uiitgangspunt genomen; bij arbeidsongeschiktheid blijft het dienstverband ook twee jaar in stand. Dat de werknemer in deze zaak na zijn verlof niet meer zou terugkeren, was voor de rechter niet relevant.
Kantonrechter Amsterdam, 1 maart 2010, LJN: BM0953