OR moet aan de slag met signalen werkdruk
De ondernemingsraad (OR) heeft een taak in het tegengaan van werkstress. Als de OR signalen opvangt over werkdruk bij de achterban, moet de OR hiermee aan de slag. De bedrijfsarts en de arbodienst moeten hierbij samenwerken met de OR.
Als de OR signalen opvangt over werkdruk bij de achterban en wil nagaan hoe groot dit probleem is, kan de OR de achterban raadplegen (artikel 17, lid 1 WOR). Dit kan de OR doen in een vergadering, maar ook met een enquête.
OR kan voor bestrijding werkdruk samenwerking met arbodienst opzoeken
Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt op het Arboportaal een aantal bronnen beschikbaar, waaronder de Quick Scan Werkdruk. De OR kan deze vragenlijst zelf invullen maar ook gebruiken voor een achterban-enquête over werkdruk in de organisatie. Behalve door de achterban kan de OR zich over werkstressklachten ook laten informeren en adviseren door de bedrijfsarts en de arbodienst. Zij moeten hier hun medewerking aan verlenen op basis van de Arbowet (artikel 12, lid 2i en artikel 14a, lid 4 Arbowet). De OR kan over de aanpak goede afspraken maken met de arbodienst (toolbox).
OR moet bestuurder aanspreken op maatregelen tegen werkdruk
De OR moet goede arbeidsomstandigheden bevorderen (artikel 28, lid 1 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR)). Als blijkt dat werkdruk inderdaad een probleem is, moet de OR bij de bestuurder aan de bel trekken en het onderwerp op de agenda van de overlegvergadering zetten. Ook moet werkdruk als arbeidsrisico opgenomen zijn in de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) en doeltreffende maatregelen opnemen in het bijbehorende plan van aanpak. De Arbowet stelt de RI&E verplicht (artikel 5 Arbowet). Omdat de OR instemmingsrecht heeft bij de wijziging en vaststelling van de RI&E en het plan van aanpak (artikel 27, lid 1d WOR) kan de OR goed meekijken of het risico werkdruk zorgvuldig in kaart gebracht is en of de aanpak aansluit bij de behoefte van de achterban.