Concurrentiebeding heeft gerichte motivering nodig
Een concurrentiebeding in een tijdelijk contract is alleen toegestaan als de werkgever motiveert dat hij hiervoor een zwaarwegend belang heeft. Deze motivatie moet niet een te algemeen verhaal zijn.
Sinds de inwerkingtreding van de Wet werk en zekerheid is een concurrentiebeding geldig als dit is overeengekomen in een vast contract (tool). Een werkgever kan het concurrentiebeding alleen in een tijdelijk contract opnemen als hij bij het beding een schriftelijke motivering opneemt waaruit blijkt dat de bepaling noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen. De eisen voor deze motivering zijn streng. Dit ondervond onlangs ook een werkgever die in hoger beroep was gegaan bij Gerechtshof ’s-Hertogenbosch om nakoming van een concurrentiebeding te vorderen.
Concurrentiebeding voor commerciële functie
De werkgever nam in 2017 een man aan voor de functie ‘medewerker commerciële binnendienst’. De bijbehorende tijdelijke arbeidsovereenkomst bevatte een concurrentie- en relatiebeding. In de motivering van het beding zette de werkgever uiteen dat de werknemer over ‘bijzondere en bedrijfsspecifieke kennis, gegevens en vaardigheden’ beschikte, die bij een overstap naar een concurrent tot zwaarwegende nadelige gevolgen voor de organisatie zouden kunnen leiden. In algemene bewoordingen gaf de werkgever aan over welke informatie de werknemer zoal zou beschikken. Ondanks het verbod vertrok de werknemer voor het einde van het contract naar een concurrent. De werkgever startte een kort geding voor naleving van het concurrentiebeding.
Motivering beding is onvoldoende toegespitst
De rechter stelde de werkgever niet in het gelijk en in hoger beroep deed het gerechtshof dat ook niet. Voor het hof verklaarde de werkgever dat hij de tekst van het concurrentiebeding voor alle commerciële functies binnen de organisatie gebruikte. Een werkgever moet echter per persoon met wie hij een arbeidsovereenkomst afsluit de noodzakelijkheid van een concurrentiebeding afwegen en motiveren. De werkgever had weliswaar concrete bedrijfsbelangen genoemd, maar hij had de motivering specifieker kunnen afstemmen op het werk van de werknemer. Zo had de werkgever kunnen benoemen dat de werknemer in zijn functie een sleutelfiguur op de binnendienst was, toegang tot alle vertrouwelijke documenten had en rapportages over verkoopkansen opstelde.
Gerechtshof ’s-Hertogenbosch, 7 mei 2019, ECLI (verkort): 1692