Belastingdienst heeft ook cryptomunten in het vizier
De Belastingdienst doet er alles aan om de ontwikkelingen rond cryptomunten bij te benen. Omdat zulke virtuele valuta vaak anoniem verhandeld worden, moet de fiscus er bovenop zitten om de belasting op digitaal inkomen binnen te blijven harken. Daarom zijn inspecteurs opgeleid op dit gebied en worden 'technische middelen verder ontwikkeld'.
In de Tweede Kamer leefden zorgen over de belastingheffing op cryptomunten. Maar daar is aandacht voor bij de Belastingdienst, laat minister Hoekstra van Financiën weten. Zo is de informatie op de website van de fiscus over cryptomunten de afgelopen tijd aangepast. Verder zijn inspecteurs opgeleid om het inzicht in cryptomunten te verbeteren en de dienst ‘blijft de controle- en opsporingsvaardigheden rondom crypto’s waar nodig verbeteren’, zo benadrukt Hoekstra in een brief (pdf) aan de Kamer.
Cryptomunten in box 3 van de inkomstenbelasting
In principe moeten particulieren hun digitale munten opgeven onder de ‘overige bezittingen’ in box 3 van de inkomstenbelasting. Hiervoor telt de waarde op 1 januari van het belastingjaar. Voor de aangifte inkomstenbelasting over 2018 moeten eigenaren dus de waarde nemen op 1 januari 2018. Dat peilmoment is bijvoorbeeld voor bezitters van de bitcoin een beetje jammer, want de koers van die munt stond aan het begin van 2018 nog veel hoger dan aan het eind van het jaar.
Wel geldt uiteraard ook voor de virtuele portemonnee de vrijstelling in box 3. Dit betekent dat bezittingen tot een bedrag van € 30.360 (bedrag 2019, voor de aangifte over 2018 is dat € 30.000) belastingvrij zijn.
Als iemand winst heeft gehaald met de handel in cryptomunten, wil de Belastingdienst dat bij de aangifte inkomstenbelasting terugzien in box 1 (tool).
Verplichte vergunning voor sommige cryptodiensten
Minister Hoekstra heeft ook een advies van toezichthouders Autoriteit Financiële Markten en De Nederlandsche Bank over cryptomunten naar de Tweede Kamer gestuurd. Zij concluderen dat virtuele munten ‘significante risicos met zich meebrengen, vooral op het gebied van witwassen en terrorismefinanciering’. AFM en DNB adviseren niettemin om geen extra nationale wetgeving in te voeren om consumenten te beschermen. Juist omdat de handel internationaal is, wegen de kosten van toezicht op nationale regels niet op tegen de baten.
Uit een onderzoek van de AFM blijkt overigens ook dat de meeste Nederlanders in virtuele munten hebben geïnvesteerd met geld dat ze kunnen missen. Pakweg 95% komt niet in de problemen als hun digitale munten plots niets meer waard zouden zijn.
Naar aanleiding van het advies gaat Hoekstra wel een vergunning verplicht stellen voor aanbieders van sommige diensten rondom cryptomunten.