Werkgever krijgt compensatie voor loondoorbetaling bij ziekte
Het kabinet heeft een pakket aan maatregelen gepresenteerd om de loondoorbetalingsplicht bij ziekte makkelijker, duidelijker en goedkoper te maken. De plannen zijn gericht op kleine werkgevers.
Voor veel (kleine) werkgevers is de twee jaar durende loondoorbetalingsplicht bij ziekte een zware last om te dragen. In het regeerakkoord stelde het kabinet daarom voor de loondoorbetalingsplicht voor werkgevers met minder dan 25 werknemers te verkorten naar maximaal één jaar. Maar dit plan bleek onuitvoerbaar. Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid gaf toen aan open te staan voor alternatieve maatregelen. Hij heeft nu met werkgeversorganisaties en het Verbond van Verzekeraars afspraken kunnen maken. Door deze afspraken moet de loondoorbetalingsplicht bij ziekte minder zwaar worden, hoewel deze onveranderd twee jaar blijft duren.
Per 1 januari 2020 een ‘MKB verzuim-ontzorgverzekering’
De afspraken over ziekte en re-integratie zijn met name gemaakt om kleine werkgevers te ontlasten. Toch profiteren (middel)grote werkgevers hier ook van. Het gaat om de volgende plannen:
- Vanaf 2020 moet er een goed betaalbaar type verzuimverzekering (tool) komen die kleine werkgevers écht ontzorgd: de MKB verzuim-ontzorgverzekering. Deze dekt het financiële risico én helpt bij de verplichtingen en taken rondom de loondoorbetaling bij ziekte. De verzekering is ‘Poortwachterproof’, waardoor een eventuele loonsanctie niet voor rekening van de werkgever komt als hij de adviezen van de verzekeraar heeft opgevolgd.
- Vanaf 2021 ontvangen werkgevers een financiële tegemoetkoming voor de kosten van het tweede loondoorbetalingsjaar. Hier wordt € 450 miljoen per jaar voor vrijgemaakt. Het gaat om een korting op de premieheffing, die ruim € 1.000 per werkgever zou bedragen. Kleine werkgevers kunnen dit geld gebruiken voor de verzuim-ontzorgverzekering. Een specifieke tegemoetkoming voor kleine werkgevers is nu niet mogelijk. Maar de minister wil uiterlijk per 2024 de korting vervangen door een lagere Aof-premie voor alleen kleine werkgevers.
- Vanaf 2021 beoordeelt de verzekeringsarts van UWV niet meer het medisch advies van de bedrijfsarts bij de toets van de re-integratie-inspanningen na twee jaar ziekte (RIV-toets). Problemen door een verschil in inzicht tussen de bedrijfsarts en verzekeringsarts over de belastbaarheid van een werknemer verdwijnen daardoor. De RIV-toets wordt vanaf 2021 volledig uitgevoerd door arbeidsdeskundigen van UWV. Vervult een werkgever de plichten die horen bij het medisch advies van de bedrijfsarts, dan volgt geen loonsanctie.
- De rol van zieke werknemers wordt verstevigd. Zij moeten in het plan van aanpak (tool) en de eerstejaarsevaluatie (tool) hun visie op het re-integratietraject geven. Dat moet tot meer betrokkenheid bij de re-integratie leiden van zowel werkgever als werknemer.
- Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, UWV en het Verbod van Verzekeraars werken samen aan betere communicatie over het thema loondoorbetaling bij ziekte, zodat werkgevers beter weten waar ze aan toe zijn en wat er van ze verwacht wordt.