COR gevangeniswezen stuurt brandbrief
De centrale ondernemingsraad (COR) van het gevangeniswezen heeft een brandbrief gestuurd naar het ministerie van Justitie en Veiligheid. Het plan om gevangenen zelf meer zaken te laten regelen op tablets zou een gevaar zijn voor de veiligheid en het aantal arbeidsplaatsen.
De centrale ondernemingsraad (COR) van de Dienst Justitiële Inrichtingen (DJI) is heel bezorgd over het plan om gevangenen te voorzien van tablets zodat zij zelf een aantal zaken kunnen regelen zonder tussenkomst van een cipier. Zo kunnen zij hun geldzaken regelen op de tablet. Gedetineerden regelen dit soort zaken nu nog met het gevangenispersoneel. Momenteel draait er een proef met de nieuwe aanpak in de gevangenissen van Lelystad en Dordrecht en in een jeugdinrichting in Nijmegen. Het is de bedoeling om deze werkwijze landelijk in te voeren. Volgens het Algemeen Dagblad heeft de COR hierover een brandbrief gestuurd naar het ministerie van Justitie en Veiligheid.
COR bezorgd om arbeidsplaatsen en veiligheid
De COR maakt zich zorgen over het mogelijke verlies van arbeidsplaatsen door het gebruik van de tablets én om de veiligheid op de werkvloer. Zo zullen de gevangenisbibliotheken verdwijnen als gevangenen e-boeken op hun tablet kunnen lezen. Ook kunnen gedetineerden langer in hun cel blijven omdat ze hun zaken vanuit de cel kunnen regelen. Omdat er minder contactmomenten nodig zijn tussen gevangenen en cipiers, zijn er ook minder cipiers nodig. In geval van incidenten, zijn er dan ook minder cipiers ter plaatse om in te grijpen. Bovendien biedt het persoonlijk contact cipiers de mogelijkheid om spanningen te signaleren en weg te nemen voordat het escaleert. Volgens de COR komt dit plan de veiligheid dus niet ten goede en is het een verkapte bezuiniging. En dat terwijl de COR eerder al sprak over een onhoudbare situatie voor gevangeniswerknemers en de toename van geweld in de gevangenissen.
COR moet betrokkenheid opeisen en criteria formuleren
Een COR of OR doet er goed aan om in een geval als dit de bestuurder kritisch te ondervragen en betrokkenheid bij ‘de proef’ te eisen. De bestuurder voert de proef immers uit om te zien of het succesvol genoeg is om op grotere schaal door te voeren. De Or kan met de bestuurder afspreken dat hij de OR goed en volledig informeert over de resultaten van de pilot. Daarnaast kan de OR samen met de bestuurder duidelijke criteria opstellen op basis waarvan het succes van de proef beoordeeld wordt. Die criteria helpen de OR om in een later stadium tot een advies te komen. Uit rechtspraken blijkt dat een besluit – en dit geldt ook voor pilots – adviesplichtig is, zodra de verandering:
- onomkeerbaar is;
- grote gevolgen heeft voor het betrokken personeel; of
- automatisch tot een blijvende invoering kan leiden.