In 2018 overgangsregeling voor meerwerk en overwerk
Hoewel werkgevers straks voor alle gewerkte uren minstens het wettelijk minimumloon moeten gaan betalen, mag van die regel in 2018 nog schriftelijk afgeweken worden. Na 2018 mag dat alleen nog in de cao.
Voor de regels voor meerwerk en overwerk is 2018 een bijzonder jaar. In principe geldt per 1 januari namelijk de hoofdregel dat voor elk gewerkt uur – dus ook voor uren die buiten de normale arbeidsduur van de werknemer of de organisatie vallen – minstens het wettelijk minimumloon (tools) uitbetaald moet worden. Afwijken van die regel mag volgens de wet alleen nog in de collectieve arbeidsovereenkomst (cao). Voor 2018 geldt er echter een soepelere overgangsregeling: in dat jaar zijn afspraken hierover in een schriftelijke overeenkomst voldoende.
Schriftelijk overeenkomen mag nog even
Om overwerk- of meerwerkuren niet uit te betalen, werknemers te compenseren in bijvoorbeeld vakantie-uren of de uren in te zetten in een cafetariastelsel, is in 2018 dus nog geen cao-afspraak nodig. In een schriftelijke overeenkomst met de werknemer mogen werkgevers nog één jaar afwijken van de wettelijke bepaling. Dit uitstel is bedoeld om cao-partijen de tijd te geven om afwijkingen in de cao vast te leggen.
Na 2018: geen cao = geen afwijking
Geldt voor een organisatie na 2018 geen cao of staan er in de cao geen afspraken over meerwerk en overwerk, dan moet de werkgever zich houden aan de nieuwe regels. Die houden in dat voor elk gewerkt uur minstens het wettelijk minimumloon betaald moet worden.