U bent hier

Onderneming & Salaris
Regels voor brug-WW verder uitgewerkt

Regels voor brug-WW verder uitgewerkt

Als uw onderneming in 2015 een werknemer in dienst neemt met behulp van de nieuwe brug-WW moet u hem een baangarantie bieden van minimaal één jaar. Ook komen alleen algemene opleidingen die leiden tot een erkend certificaat of diploma voor een tegemoetkoming in de opleidingskosten in aanmerking.

In het bericht 'In 2015 loonkosten besparen met brug-WW' kon u al lezen over de invoering van de brug-WW. In het derde aanvraagtijdvak van de Regeling cofinanciering sectorplannen 2015 (pdf) wordt het voor het eerst ook daadwerkelijk mogelijk om van deze vorm van WW gebruik te maken. Belangrijk is daarbij dat uw onderneming een werknemer die gebruikgemaakt heeft van de brug-WW een baangarantie moet bieden van ten minste één jaar. In dat jaar kan de werknemer weer WW-rechten opbouwen.

Geen subsidie voor bedrijfsspecifieke scholing

Uit de regels blijkt ook dat alleen algemene opleidingen die leiden tot een erkend certificaat of diploma voor een tegemoetkoming in de studiekosten – ook wel cofinanciering genoemd – in aanmerking komen. Uw onderneming krijgt dus geen cofinanciering voor bedrijfsspecifieke scholing. Als een werknemer competenties of vaardigheden moet ontwikkelen om van zijn eigen beroep naar een nieuw beroep te kunnen omschakelen, is er sprake van omscholing. Blijft de werknemer hetzelfde beroep uitoefenen, maar heeft hij een opfriscursus nodig om zijn werk goed te kunnen blijven doen, dan heet dit bijscholing. Om in aanmerking te komen voor cofinanciering moet er sprake zijn van omscholing óf van bijscholing die een WW-gerechtigde nodig heeft om zijn eigen beroep uit te oefenen.

Samenwerkingsverband bepaalt welke beroepen kansrijk zijn

Samenwerkingsverbanden van werkgeversorganisaties en werknemersorganisaties kunnen ook cofinanciering vanuit het Rijk krijgen als ze mensen aan het werk helpen die werkloos zijn of werkloos dreigen te raken. Hiervoor moeten de samenwerkingsverbanden deze mensen begeleiden naar ander werk in dezelfde sector of in een andere sector. Daarnaast moeten ze een arbeidsmarktanalyse maken waaruit blijkt welke beroepen kansrijk zijn.
Het gaat daarbij om beroepen in sectoren en/of regio’s waar moeilijk personeel voor te vinden is, waardoor werkgevers moeite hebben om op korte termijn vacatures te vervullen. Uit de analyse moet blijken om welke beroepen het precies gaat en welke scholing daarvoor noodzakelijk is. Het samenwerkingsverband kan vervolgens subsidie krijgen ter hoogte van maximaal 50% van de projectkosten.