Doorvragen naar wat er werkelijk speelt
Werknemers melden problemen zoals pesten, discriminatie of een te hoge werkdruk niet altijd direct bij u of hun leidinggevende. Werknemers gaan vaak eerst zelf op zoek naar een oplossing, zijn bang voor de mogelijke negatieve reactie op of gevolgen van hun melding of schamen zich. Is er sprake van psychosociale arbeidsbelasting (psa) binnen de organisatie, dan moet u dit echter weten zodat u kunt ingrijpen. Doorvragen is sleutel.
Als u regelmatig met werknemers in gesprek gaat over hun eigen functioneren, het functioneren van het team of de afdeling en de werksfeer in het algemeen, zullen er zowel negatieve als positieve punten aan het licht komen. Om te achterhalen wat er daadwerkelijk speelt, zult u soms echter goed moeten doorvragen.
Indirecte vragen nodigen uit tot antwoorden
Stel u vraagt een werknemer heel direct of werknemers elkaar onderling pesten. De werknemer zegt van niet. Dan kunt u op een later moment in het gesprek dezelfde vraag herhalen maar dan anders geformuleerd. Vraag de werknemer nu bijvoorbeeld of werknemers onderling aardig zijn voor elkaar. Deze vraag is minder direct en nodigt uit om een uitgebreider antwoord te geven dan alleen ‘ja’ of ‘nee’. Zo vergroot u de kans dat de werknemer iets loslaat over mogelijke knelpunten op de werkvloer.
Bang om de slappeling te zijn
Hetzelfde kunt u doen met een onderwerp als werkdruk. Werknemers zijn misschien bang dat als ze volmondig ‘ja’ antwoorden op een vraag als ‘Is de werkdruk te hoog?’ ze worden gezien als een slappeling die het allemaal niet aankan. U kunt echter ook vragen stellen als: ‘Is de planning haalbaar?’, ‘Kom je in de problemen als je een verlofdag opneemt?’, ‘Zie je op tegen een werkweek’ of ‘Kom je met plezier naar het werk?’. Op basis van de antwoorden zou u samen met de werknemer de conclusie kunnen trekken dat de werkdruk hoog is. Vervolgens bekijkt u samen welke maatregelen zouden helpen om de werkdruk te verlagen.