Adviesrecht OR bij wijziging van zeggenschap
Een ondernemingsraad (OR) staat voor een lastige taak als de bestuurder plannen heeft voor een fusie, overname of duurzame samenwerking met een andere organisatie. De OR moet ervoor waken dat de bestuurder de OR niet voor het blok zet.
Een fusie, overname of een nieuw, duurzaam samenwerkingsverband is complexe materie voor zowel de bestuurder als de OR. Het is belangrijk dat de bestuurder de OR al in een vroeg stadium bij zijn plannen betrekt. De OR moet namelijk voldoende tijd hebben om zich een mening te vormen, te overleggen met de achterban en deskundigen, te zijner tijd de adviesaanvraag in behandeling te nemen en een goed onderbouwd advies uit te brengen (artikel 25 WOR). Bovendien kan het bij een ingewikkeld traject zoals een fusie of overname verstandig zijn om het adviestraject op te splitsen in verschillende onderdelen. Voor de OR is het dan de kunst om samen met de bestuurder de adviesfasen zo te plannen dat de OR daadwerkelijk nog iets in te brengen heeft.
Situaties bij een fusie, overname of nieuw samenwerkingsverband
Bij een fusie, overname of nieuw samenwerkingsverband kunnen de volgende situaties zich voordoen:
- (Een deel van) de organisatie wordt verkocht of overgenomen door een andere organisatie.
- De organisatie koopt of neemt (een deel van) een andere organisatie over.
- Twee of meer organisaties fuseren, ofwel door overdracht van aandelen of vermogensbestanddelen, ofwel op juridisch vlak.
- De directie richt een nieuwe organisatie op.
- Twee of meer organisaties gaan duurzaam samenwerken (niet noodzakelijkerwijs in een nieuwe rechtspersoon) op vlakken die voor de organisatie belangrijk zijn.
- Een duurzame samenwerking wijzigt of wordt verbroken.
- Een organisatie gaat op financieel vlak deelnemen in een andere organisatie.
- Een belangrijke financiële deelneming wijzigt of wordt beëindigd.
Adviesrecht geldt ook bij buitenlandse organisatie
In de bovenstaande situaties is het adviesrecht van artikel 25 WOR van toepassing en moet de bestuurder de OR dus in de halfjaarlijkse vergadering over de algemene gang van zaken (artikel 24 WOR) al laten weten dat hij ermee bezig is. Uiteindelijk zal hij de OR om advies moeten vragen voordat hij zijn definitieve besluit kan nemen. De OR moet zich dan ook niet aan de kant laten schuiven door een bestuurder die zegt dat er niets zal veranderen voor werknemers. Dit alles geldt overigens net zo goed als de andere partij een buitenlandse organisatie is die is gebonden aan een ander rechtssysteem. Als de overnemende organisatie de bestaande activiteiten verder voortzet, neemt zij ook alle bestaande verplichtingen ten aanzien van de werknemers over.
OR moet alert zijn op wijziging medezeggenschapsstructuur
Verandert er iets in de medezeggenschapsverhoudingen, zoals in de eerste drie situaties, dan moet de OR extra alert zijn. Mogelijk moeten dan ook twee of meer ondernemingsraden fuseren of is het instellen van een overkoepelende ondernemingsraad wenselijk voor het goed functioneren van de medezeggenschap. De OR moet in zo’n situatie met de bestuurder goede afspraken maken over de positie en de rol van de OR in de nieuwe medezeggenschapsstructuur.