Lage-inkomensvoordeel toch op basis van sv-loon
Volgens de Nieuwsbrief Loonheffingen 2018 en een kennisdocument over de Wet tegemoetkomingen loondomein (WTL), wordt het socialeverzekeringsloon bepalend bij het bekijken of het loon van een werknemer binnen de grenzen van het lage-inkomensvoordeel (LIV) valt. Dat kan uw organisatie veel geld kosten als werknemers meebetalen aan hun pensioen.
Hoewel het gerucht al een tijd rondging dat het socialeverzekeringsloon (sv-loon) bepalend zou worden voor het LIV, staat dit nu ook in een kennisdocument van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en in de eerste versie van de Nieuwsbrief Loonheffingen 2018. Het verschil tussen het sv-loon en het loon volgens de Wet minimumloon en minimumvakantiebijslag zit hem in inhoudingen die werkgevers doen op het brutoloon van werknemers, zoals het werknemersdeel van de pensioenpremie.
Definitie van jaarloon
Volgens het kennisdocument (pdf) is het jaarloon het loon uit tegenwoordige arbeid van de werknemer die verzekerd is voor de werknemersverzekeringen. In de loonstaat is dit kolom 8: het socialeverzekeringsloon (sv-loon). Geen onderdeel van het jaarloon zijn:
- Ziektewetuitkeringen die door de eigenrisicodrager worden betaald;
- WGA-uitkeringen die door de eigenrisicodrager worden betaald;
- werkgeversbetalingen van WAO-/WIA-/WW-uitkeringen.
Ook in de Nieuwsbrief Loonheffingen 2018 (tool) staat dat het sv-loon doorslaggevend is. Door het inhouden van het werknemersdeel van de pensioenpremie kan dit sv-loon lager zijn dan het wettelijk minimumloon. Uw organisatie krijgt dan geen LIV voor de werknemer.
Wel of geen wetswijziging?
Het is de vraag of er voor het wijzigen van de inhoud van het begrip jaarloon een wetswijziging nodig is. In de WTL staat namelijk alleen dat het jaarloon het ‘door een werknemer in een kalenderjaar genoten loon waarvan door de werkgever opgave aan de werknemer is gedaan’. Het loon zoals het op de loonstrook staat dus. De wijziging zou in de Verzamelwet SZW 2018 kunnen komen.