Zelfstandig woondeel is keuzevermogen
U kunt het zelfstandig verhuurd woondeel van bijvoorbeeld een boerderij tot het ondernemingsvermogen rekenen als de onroerende zaak juridisch niet is gesplitst en in één transactie is verkregen. Afhankelijk van de situatie kan namelijk sprake zijn van zogenoemd keuzevermogen, waarbij u kunt kiezen voor privévermogen of ondernemingsvermogen. Op de keuze van ondernemingsvermogen kunt u dan niet zomaar terugkomen. Het gerechtshof in Arnhem geeft dit nogmaals aan.
Bij aankoop van een pand moet u het pand rekenen tot of het verplicht ondernemingsvermogen (bij 90% of meer zakelijk gebruik), of het verplicht privévermogen (bij 90% of meer privégebruik) of het zogenoemde keuzevermogen (keuze privévermogen of ondernemingsvermogen). Op een gemaakte keuze kunt u in principe niet terugkomen zonder dat zich bijzondere omstandigheden hebben voorgedaan. In deze zaak ging het om een boerderij met grond en opstallen. Bij aankoop in 1984 ging de ondernemer uit van ondernemingsvermogen. De ondernemer verbouwde de boerderij kort na de aankoop en plaatste een scheidingsmuur tussen de stal en het woongedeelte. Na de verbouwing verhuurde hij het woongedeelte. De stal met grond gebruikte de ondernemer in zijn onderneming. In 2000 bracht de ondernemer het woongedeelte over naar het privévermogen. De inspecteur en de ondernemer waren het niet eens over de vraag of de ondernemer het woongedeelte tot het ondernemingsvermogen kon rekenen en apart kon overdragen naar privé.
Keuze voor ondernemingsvermogen niet herzien
Het gerechtshof was het eens met de inspecteur. De ondernemer kon volgens de rechter het woongedeelte tot het ondernemingsvermogen rekenen. Hierbij was ook bepalend dat de boerderij met stallen juridisch niet was gesplitst en in één transactie door de ondernemer was verkregen. Na de verbouwing kon de ondernemer het woongedeelte wel zelfstandig rendabel maken en daarnaast gebruikte hij de stal en de grond in zijn onderneming. De keuze voor ondernemingsvermogen was binnen de grenzen van de redelijkheid. Op een later tijdstip hadden zich geen omstandigheden voorgedaan die het mogelijk maakte om de keuze van ondernemingsvermogen of privévermogen te herzien. De ondernemer kon het woongedeelte dus niet onttrekken aan het ondernemingsvermogen.
Gerechtshof Arnhem, 28 juni 2011, LJN: BR0743