Bijtelling is nog geen algemene kennis

De regels rond de bijtelling bij een auto van de zaak zijn misschien wel bekend, maar nog geen algemene kennis voor iedereen. U kunt een vergrijpboete daarom ontlopen als u uw aangifte door een deskundige (zoals uw accountant) laat verzorgen die de bijtelling niet meerekent.

In een recente rechtszaak draaide het om een organisatie die een aantal flinke naheffingsaanslagen loonheffing opgelegd kreeg. Volgens de inspecteur had de organisatie in haar aangifte namelijk geen rekening gehouden met de bijtelling voor de auto van de zaak. Dit rekende de inspecteur de organisatie zwaar aan, en hij legde daarbij  een vergrijpboete (tool) op. De organisatie was het niet eens met de naheffing en de boete en stapte naar de rechter. Daar stelde de organisatie dat de auto’s helemaal niet ter beschikking gesteld waren aan haar werknemers. Maar omdat de organisatie voor geen van de auto’s een rittenregistratie had bijgehouden of een verklaring geen privé-gebruik had, had ze volgens de rechter toch rekening moeten houden met de bijtelling. De naheffingsaanslagen waren dus terecht opgelegd.

Geen grove schuld

De organisatie vond daarnaast  dat de boetes onterecht waren opgelegd. De directeur-grootaandeelhouder (dga) verklaarde voor de rechter dat hij zijn administratie en belastingaangiftes liet verzorgen door een administratiekantoor. Hij werkte al jarenlang samen met dit kantoor en vertrouwde erop dat het kantoor alles voor hem regelde op fiscaal gebied, aangezien hij naar eigen zeggen geen enkele fiscale kennis had. Ook volgens de rechter was er geen sprake van grove schuld van de organisatie dat er te weinig loonheffing was afgedragen. De organisatie mocht er redelijkerwijs vanuit gaan dat ze een deskundige had ingeschakeld en had er op mogen vertrouwen dat de accountant de aangiftes correct verzorgde. De inspecteur voerde nog aan dat de regels rond de bijtelling intussen wel algemeen bekend zouden moeten zijn en dat de dga dus had moeten weten dat zijn accountant de bijtelling was vergeten, maar ook daar was de rechter niet gevoelig voor.
Gerechtshof Amsterdam, 11 februari 2016, ECLI (verkort): 1945