Loonwaardebepaling Participatiewet simpeler
Als het aan staatssecretaris Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ligt, wordt de Participatiewet vereenvoudigd. Onder andere de bepaling van de loonwaarde moet daardoor een stuk eenvoudiger worden. Een werkgever die een werknemer in dienst neemt die niet zelfstandig het minimumloon kan verdienen, zou daardoor het eerste half jaar 50% van het minimumloon aan loonkostensubsidie kunnen krijgen.
De loonwaardebepaling van werknemers met een beperking moet volgens de staatssecretaris simpeler. Ze dient daarom in het voorjaar van 2016 een wijzigingsvoorstel in voor de Participatiewet. In dit voorstel staat dat werkgevers die een werknemer in dienst nemen die niet zelfstandig het wettelijk minimumloon (tools) kan verdienen, voortaan gedurende een half jaar mogen doen alsof de loonwaarde van de werknemer 50% van het minimumloon is. De andere 50% van de loonkosten wordt dan gecompenseerd met loonkostensubsidie.
Na half jaar pas bepaling echte loonwaarde
Pas als de werknemer een half jaar in dienst is, gaat UWV in opdracht van de gemeente een loonwaardebepaling op de werkplek doen. Als de loonwaarde dan niet gelijk blijkt te zijn aan 50% van het minimumloon, wordt de loonkostensubsidie aangepast op de werkelijke loonwaarde van de werknemer.
De bedoeling van deze maatregel is om het voor werkgevers makkelijker te maken om mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. Naast deze maatregel heeft staatssecretaris Klijnsma nog een wijziging aangekondigd: een uitbreiding van de doelgroep van de banenafspraak.