U bent hier

Onderneming & Fiscus
Intentie speelt een rol bij een bouwterrein

Intentie speelt een rol bij een bouwterrein

Bent u in het bezit van een onbebouwd terrein en wilt u dat leveren aan een andere partij, dan is dat belast met BTW als er sprake is van een bouwterrein. De Hoge Raad heeft recent aangegeven dat onbebouwde grond een bouwterrein is als op de leveringsdatum blijkt dat het terrein daadwerkelijk bestemd is voor bebouwing. Of dat het geval is, moet blijken uit de feiten en omstandigheden.

In deze zaak kocht de projectontwikkelaar een perceel grond van de gemeente. Het was de taak van de gemeente om het pand dat nu op het terrein stond te slopen en de bestrating te verwijderen. De projectontwikkelaar wilde op de grond woningen gaan bouwen, maar had daarvoor nog geen vergunning gekregen. Door het ontbreken van een bouwvergunning stelde de fiscus dat er geen sprake was van een bouwterrein. Het gevolg hiervan was dat de levering van het terrein volgens de fiscus was vrijgesteld van BTW en belast met overdrachtsbelasting bij de verkrijger. De projectontwikkelaar was daar natuurlijk niet blij, want hij had hierdoor geen aftrek van voorbelasting en moest wel overdrachtsbelasting betalen. De rechter moest zich uiteindelijk buigen over de vraag of sprake was van een bouwterrein.

Intentie van partijen

In het bericht ‘Is leveren onbebouwd terrein BTW-belast?’ kon u lezen dat de Hoge Raad de hulp van het Europese Hof van Justitie nodig had om de vraag over het bouwterrein te beantwoorden. Het Europese Hof van Justitie heeft deze vragen beantwoord op 17 januari 2013. Volgens het Hof moest de Hoge Raad ook kijken naar de intentie van de partijen en of ze van plan waren om het terrein te gebruiken voor de bebouwing. De intentie moest daarbij wel ondersteund worden door objectieve gegevens. De Hoge Raad moest nu dus beoordelen of die intentie in deze zaak aanwezig was. Uit de feiten van deze zaak bleek dat het de intentie van de partijen was om het terrein te gebruiken voor het bouwen van nieuwe woningen. Hier was volgens de rechter geen twijfel over mogelijk. De levering van de grond was dus belast met BTW en vrijgesteld van overdrachtsbelasting.

Hoge Raad gaat om

De Hoge Raad komt hiermee terug op zijn eerdere arresten, waarin gesteld was dat onbebouwde grond pas een bouwterrein was, als er na de sloop van de oude bebouwing bewerkingen aan de grond hadden plaatsgevonden, die nodig waren voor de latere bouw. Dat is dus niet langer nodig. Het gaat om de intentie van de partijen. 
Hoge Raad, 7 juni 2013, LJN: CA2222