Per 1 april nieuw verlof: het meerlingenverlof

Voor werkneemsters die een meerling verwachten geldt binnenkort een nieuwe verlofvorm: het meerlingenverlof. Dit komt voort uit de gewijzigde Wet arbeid en zorg en gaat op 1 april 2016 in.

Momenteel bestaan er twee verlofvormen (tools) voor de periode van het krijgen van een kind: het zwangerschapsverlof en het bevallingsverlof. Over twee weken wordt daar het meerlingenverlof aan toegevoegd. Dit is een langere variant van het zwangerschapsverlof. Een werkneemster die in verwachting is van een meerling – dus bijvoorbeeld een tweeling of drieling – kan vier weken extra zwangerschapsverlof en -uitkering krijgen. Het ‘normale’ zwangerschapsverlof vangt aan in de 34e, 35e of 36e week van zwangerschap (tools). Het meerlingenverlof kan dus vier weken eerder starten, in de 30e, 31e of 32e week. Uiterlijk in de 32e week – acht weken voor de geschatte bevallingsdatum – moet de werkneemster dit verlof opnemen. Het langere verlof heeft geen gevolgen voor de duur van het bevallingsverlof.

Meerlingenverlof uitvloeisel van modernisering verlofregelingen

Het meerlingenverlof komt voort uit een amendement dat de Tweede Kamer aannam tijdens de behandeling van de Wet modernisering regelingen voor verlof en arbeidstijden. Het verlof moet ervoor zorgen dat vrouwen bij meerlingzwangerschap geen onnodige risico’s lopen vanwege hun werk. Dat de bijbehorende bepalingen nu pas in werking treden, is een gevolg van de tijd die UWV nodig had om het systeem hierop voor te bereiden. Overigens is in de Verzamelwet SZW 2016 geregeld dat het recht op meerlingenverlof ook gaat gelden voor zelfstandigen en gelijkgestelden.