U bent hier

OR & Medezeggenschap
De OR heeft altijd bevoegdheden

De OR heeft altijd bevoegdheden

In de Wet op de ondernemingsraden staat welke bevoegdheden een OR heeft en in welke situaties. Veel raden concentreren zich daarbij op het adviesrecht of instemmingsrecht en denken dat ze met lege handen staan als die rechten niet van toepassingen zijn. De OR heeft echter altijd bevoegdheden en kan dus altijd actie ondernemen.

Veel ondernemingsraden doen zichzelf tekort door te denken dat ze alleen actie kunnen ondernemen in situaties waarbij het adviesrecht of het instemmingsrecht, zoals bepaald in artikel 25 en artikel 27 van de Wet op de ondernemingsraden (WOR), van toepassing is. De OR heeft echter veel meer bevoegdheden. Deze bevoegdheden bieden de OR de mogelijkheid om zich ook uit te spreken in situaties waarbij de bestuurder niet verplicht is om de OR eerst om advies of instemming te vragen. Het is in zo'n geval wel van belang voor de OR om te achterhalen wanneer de bestuurder het besluit zal nemen, zodat de OR voor die tijd in actie kan komen en invloed kan uitoefenen op het besluit. 

WOR geeft OR verschillende bevoegdheden

Artikel 23, 24 en 31 WOR geven de OR de nodige bevoegdheden. Artikel 24 geeft de OR bijvoorbeeld recht op informatie over de algemene gang van zaken binnen de organisatie. Daarnaast moet de bestuurder de OR volgens artikel 31, lid 1 (verplichte inlichtingen) alle informatie verstrekken die de raad nodig heeft voor de uitvoering van het OR-werk. Met de juiste informatie kan de OR achterhalen wat er precies speelt. Vervolgens kan de OR de ontwikkelingen of de situatie met de bestuurder bespreken tijdens een overlegvergadering artikel 23, lid 2 (overlegrecht, inclusief initiatiefrecht). Deze vergadering moet binnen twee weken na de uitnodiging voor de vergadering plaatsvinden. Om de invloed te vergroten, doet de OR er goed aan om de achterban te betrekken bij een punt dat ter discussie staat. Zo vergroot de OR het draagvlak binnen de organisatie voor de standpunten van de OR en moet de bestuurder de ideeën van de OR wel serieus nemen. 

OR kan altijd adviseren 

Het adviesrecht van de OR beperkt zich niet tot de gevallen waarin de bestuurder de plicht heeft om de OR om advies te vragen, zoals geregeld in artikel 25 WOR. De OR kan de bestuurder over alle aangelegenheden die de organisatie betreffende adviseren. Dat kan de OR doen op basis van het initiatiefrecht (artikel 23, lid 2 en 3 WOR). Naast mondelinge voorstellen tijdens de overlegvergadering, kan de OR de bestuurder ook ongevraagd schriftelijk adviseren (artikel 23, lid 3 WOR). De bestuurder moet dan zo spoedig mogelijk met de OR over het advies van gedachten wisselen en vervolgens schriftelijk en beargumenteerd laten weten wat hij op dat advies besluit. Laat hij dit na of beargumenteert hij zijn afwijzing onvoldoende, dan kan de OR de kantonrechter om een oordeel vragen.